zondag 19 juli 2009

In en om Hengeloo, Borne en Delden: Driene

Driene

Wij zullen nu onze schreden richten naar buiten Hengeloo, om u wat natuurschoon te laten zien en richten eerst onze schreden naar Driene. Er zijn twee buurtschappen van dien naam, Klein- en Groot-Driene. Het eerste behoorde tot voor de annexatie in 1881 tot Weerseloo, het tweede tot Lonneker. Van dit tweede is een deel geannexeerd.


Boven: Fragment van bijbehorende wandelkaart (1897). Klik er op voor vergroting.
Onder: Chromotopografische kaart des Rijks, verkend in 1881-'82, herzien in 1903.


Als wij den weg weder opgaan naar Enschede, het Eyndscheide, omdat daar de grens des lands was, of, volgens eene andere lering, omdat daar de grens was, die men aan den Koedief, zoo als de Munstersehe bisschop Barend van Galen in Twente betiteld wordt, stelde, - waarom Enschede nog een hek in zijn wapen voert - over den spoorweg Almeloo-Salsbergen, daar hebben wij een fraaie breede laan, in den aanvang bezet met vriendelijke villatjes en verder op met flinke arbeiderswoningen, afgewisseld door land- en boschpartijen en ter rechter zijde door den spoorweg naar Enschede, die er het vlakke terrein doorsnijdt. Maar aan de linker zijde treffen wij een fraai landschap met boschpartijen en esschen. Oude boerderijen half tusschen 't hout verscholen, soms dennenbosschen of weiden met laag hout omzoomd. Dat is de buurtschap Driene, waarheen wij thans onze schreden richten. Oudtijds behoorde Dryne tot de Marke Woolde, waarvan de Brink te Hengeloo het middelpunt was. Reeds omstreeks 1000 schijnt de naam voor te komen en de kronyk bewaarde ons 't verhaal van een burentwist tusschen die van Woolde, Dryne en Udelo (Oele) met die van Zenderen en Hasselo. Welken weg men ook aan den Enschedeschen straatweg insla naar links, gedurende het eerst uurtje, hij voert u naar Driene en toont u een stukje van het oude Twente met zijn liefelijk landschap.

Wij verlaten dan al aanstonds even voor den zaagmolen den weg, vlak achter het in 't hout verscholen huis van den heer Overweg, gaan over de brug over de beek, welke hier Sikbeek heet en houden den weg evenwijdig met den straatweg. We konden ook dadelijk over de brug, de rij woningen rechts latende liggen een voetpad hebben gevolgd langs een dennenboschje, dat zou ons op een volgenden eveneens daarmee evenwijdigen weg gebracht hebben bij de Grundel, vroeger bouwland, waaromheen een singel van iepen en sparren loopt en waar men thans een aanleg heeft gemaakt voor een te bouwen villa, welke door een opweg naar den straatweg, evenwijdig aan het genoemde voetpad, verbonden wordt. Onmiddelijk naast de Grundel staat een oud boerenhuis met een hoog dak, overschaduwd door een paar reusachtige linden.

Wij volgen nu echter den grooten weg. Rechtuit voor ons valt een groote boerderij met een pas vernieuwden voorgevel ons in 't oog van Stoelhorst. Achter deze slaan wij linksom, laten de hooge linden van de Grundel een weinig links liggen en komen aan den esch.
We zouden van uit Hengeloo dit punt eer hebben kunnen bereiken, wanneer wij van het Dorp, de Drienerstraat waren uitgegaan en daar aan het eind de beek waren overgegaan over de brug en den Anninksweg hadden ingeslagen. We zouden dan aan de rechterzijde een eikenboschje hebben gekregen en aan de linkerzijde het Vereenigingsgebouw der sociaaldemocraten, dat met den naam Verlichtingsoord prijkt en in een tegelversiering in den gevel herinnert aan het doel: Excelsior en aan 't feit, dat F. D. N. (Domela Nieuwenhuis) het inwijdde. Wij bereiken daar den spoorweg, gaan langs de Grundel (rechts) en een vriendelijk huisje (links), waar de jongelingschap vroeger zich oefende in voetbal en komen op 't zelfde punt aan den esch. Daar krijgen we al aanstonds een van het oneindig aantal driesprongen en kruiswegen. Vlak achter ons hebben wij tusschen fraai opgaand hout een groote boerderij de Breuke en tegenover zien wij twee andere, Annink, een zeer oude boerderij, vermoedelijk een oude havezate, die aan dit deel van Driene zijn naam geeft en Smakkert (Nijhof). Tusschen deze twee door gaat de weg door, die achter den esch omloopt tot bij Drienerwolde.


Foto: Gezicht in Driene bij Stoelhorst te Hengeloo

Wij gaan langs den zuidkant van den fraaien esch, die zacht afglooiend, vooral in den voorzomer, als de rogge er zich op wiegelt in den wind, een prachtig gezicht biedt. De weg is omzoomd met laag hout, dat telkens bij open partijen vergezichten biedt. Weder treffen we een kruisweg. Wij gaan nu zuidwaarts, treffen daar een vijfsprong, gaan dan linksom, en dan bij den eersten dwarsweg weer rechts en krijgen 3 groote boerderijen voor ons. Rechts van ons zien wij een koepel op een heuvel, dien wij op onzen terugweg willen bezoeken. Hij behoort tot Bruggeluuks. Den weg volgende, komen we aan een open plek, waarop 5 wegen uitloopen en hebben voor ons een heide met hooge opgaande dennen. Houden wij denzelfden weg in de richting van den straatweg, dus naar 't Oosten, we komen dan weldra weer aan een vijfsprong, waar een brug over de beek ligt en er het middenpunt van vormt. Wij gaan echter de brug niet over maar volgen een weg die gemakkelijk te kennen is aan het voetpad, dat er langs loopt en met paaltjes van den weg is afgezet. Weldra komen we weer aan een kruisweg. Rechtuit gaat de weg naar Drienerwolde. Wij gaan echter linksom langs de Driener school, een niet onaardig gebouwtje, en treffen aanstonds daar achter weer een driesprong, waar 't ons echter gemakkelijk valt de goede richting te vinden, omdat er ook langs dezen te volgen weg een met paaltjes afgezet voetpad loopt. Volgen wij den weg nog een eind weegs dan krijgen wij een boerderij Brug-Evert (Evert Nijhof) over wiens erf het schoolpad op Hengeloo loopt.

Volgen wij nu verder den weg langs den esch, een fraaien hollen weg, dan komen wij weder uit op den vroeger reeds genoemden weg, die van Annink af door den esch liep en zien daar een weg, die vooruit het veld ingaat naar den Oldenzaalschen straatweg.

Wij slaan nu rechtsom en volgen den weg door den esch, met links een mooie boschpartij in de verte en bereiken Drienerwolde. Twee palen aan den weg toonen ons, dat wij een heerengoed naderen en langs een nieuw aangelegden weg gaande, zien wij weldra uit het geboomte de villa verrijzen van den heer Warnaars, met haren fraaien aanleg en den weg volgende langs het rasterwerk, komen wij weldra weder door 2 palen op den grooten weg.

Alweer een kruisweg. Rechtuit gaat het naar Espelo of, gelijk het gewoonlijk heet, de Hofmeijer, de oude meijerhof van Lonneker, waar in vroeger eeuwen de meijer of bestuurder woonde van de goederen, die de Kanunniken van St. Pieter te Utrecht bezaten en waarvan de overlevering meldt, dat het oorspronkelijk een gesticht der Tempeliers is geweest, tot bij de opheffing der orde in 1312 alle bewoners zouden zijn vermoord, behalve twee der ridders, van welke de een te Utrecht vertoefde om een minnehandel, de andere op de jacht was. Toen kwamen de bezittingen in handen der Malthezer-orde en de naam Munkenweg of Munnekerweg voor het pad dat van den hof voert naar den Lonnekerberg, houdt nog die overlevering in stand.

Links voert de weg naar Lentink en den Oldenzaalschen straatweg en rechts naar de Driener school. Wij volgen dezen laatsten weg en hebben dus een cirkel geloopen, als wij achter de school langs gaande, weer komen bij de straks genoemde brug.

Deze overgaande, bereiken wij weldra den Enschedeschen straatweg over het voetpad, dat langs den weg loopt en ten dienste der schoolkinderen wordt onderhouden en komen op genoemden weg uit, vlak bij Brasser's woner. Linksaf voert de weg naar Enschede, rechtuit naar Twekkeloo, waar de fraaie boschpartijen in de verte ons zouden verlokken, als we niet reeds zoo ver hadden geloopen. Wij gaan dus rechtsaf den straatweg langs. Juist, waar de hooge eikenboomen beginnen, komt weder een weg uit Driene den straatweg snijden, die naar Twekkeloo voert en waar wij in de verte fraaie boschpartijen zien. Daar begint links het groote in aanleg zijnde landgoed van den heer G. J. O. D. Dikkers, die er eene boerderij kocht, de 2e Beller, en met groote kosten liet aanleggen, om er eene villa te bouwen. Daarna krijgen we aan den overkant het reeds meer genoemde Brugge Luuks van den heer H. Hulshoff Pol. Laat ons er een eind verder, waar een pad is, even oploopen, de wandeling is er vrij en wij kunnen van de hoogte, waarop de koepel staat, het doorwandelde terrein voor een goed deel nog even in vogelvlucht overzien. Zijn er onder 't gezelschap, die te vermoeid zijn, zij kunnen in ‘Amerika’ bij Loohuis rusten en ons afwachten.

Wij stappen nu weer op en naderen al meer Hengeloo. Een eindweegs, waar de groote boomen door jonge zijn vervangen, is de weg zonnig, maar weldra krijgen we weer schaduw en nu beginnen de zich vermenigvuldigende huizen, het uitzicht op den afstandspaal van den spoorweg en op den hoog zich verheffenden watertoren ons te zeggen, dat wij Hengeloo naderen. Even te voren kunnen wij bij Gruyters onder de veranda rusten en een glas bier drinken en ons toilet wat van de stof reinigen. Of we kunnen 't ook vlak voor den overweg bij J. W. van Wezel doen en komen dan weder op 't punt, waar we onze wandeling begonnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten