woensdag 11 maart 2015

Geïllustreerde gids voor Holten en omgeving (1931)



OVER de AUTEUR
Albert Jan Goldstein (Gorssel 1883 - Holten 1956) werd in 1910 op 26-jarige leeftijd benoemd als gemeentesecretaris van Holten. Twee jaar eerder was de pas 27-jarige Baron van der Borch van Verwolde aangetreden als burgemeester. Beiden zagen toekomst in het toerisme en werkten samen om het dorp te moderniseren, onder meer door het aanleggen van 'autowegen', fietspaden e.d. In 1915 werd Goldstein voorzitter van de toen opgerichte VVV. Hij trommelde fotografen op om ansichtkaarten te maken van Holten en omgeving. Soms liet hij zichzelf, vrouw of dochters mee-fotograferen op zo'n ansichtkaart. Hij schreef in de krant over de geschiedenis van Holten en in de jaren 20 gaf hij de Gids voor Holten uit, die enkele keren werd herzien en herdrukt en waarvan deze gids de derde druk is.

Klik hier voor meer digitale uitgaven van de gidsen voor Holten en omgeving en voor andere historische publicaties.

A.J. Goldstein in 1932

Panorama op Holten

HOLTEN
Tot één van de mooiste streken in ons Nederland mag zeker wel gerekend worden de omgeving van Holten. Het vriendelijke dorpje is gelegen aan de spoorlijn Deventer-Almelo. Verder is het gemakkelijk te bereiken omdat het ligt aan een kruispunt van Rijks- en Provinciale wegen. De naam "Holten" ontleent zich waarschijnlijk aan de eigenaardige ligging n.l. een holte te midden van heuvels; aan de noordzijde heeft men den Holterberg en aan de zuidzijde den Zuurberg, onderdeel van de buurtschap Beuseberg. Een overlevering zegt echter, dat de plaatsen Holten en Rijssen hunne namen danken aan de dennebosschen. Een geweldige storm zou de boomen omvergewaaid hebben met de takken of rijzen gericht naar de plaats Rijssen, dat daarom "Rijssen" genoemd wordt en de stammen, het hout (holt), naar de zijde van Holten.
Komende van de richting Deventer naar het dorp, den Rijksstraatweg volgend, ontwaart men links de mooi begroeide helling van den Holterberg met haar groene kleurschakeeringen, waar boven het rood pannendak van "Huize de Berg".

Huize de Berg

De weg vormt met den Raalterweg en de oploopende weg in de richting van den Holterberg (de Forthaarsweg) hij het spoorwegviaduct een aardig pleintje, waarbij de molen en de hoog en laag liggende huizen een schilderachtig geheel helpen vormen. Ook de vrij sterke klimming van den weg onder het viaduct door, en de daarlangs staande woningen met het bladergroen van de boomen geven hier een eigenaardig vriendelijk aspect. Rechts bevindt zich het voormalig gemeentehuis genaamd "de Denneboom", hetwelk in vroeger tijden tevens als posthuis dienst deed. Het tegenwoordige gemeentehuis, in het midden van de plaats gelegen, werd in 1906 gebouwd en heeft een aardigen gevel. Boven den ingang is het mooie gemeentewapen in zandsteen aangebracht, waarop ter linkerzijde de maagd "Maria met het kindeke" en ter rechterzijde drie varkenskoppen. Het eene gedeelte geeft weer, dat Overijssel vroeger tot het bisdom Utrecht behoorde en het andere deel wijst op de nijverheid der plaats, namelijk de varkensmesterij en den handel in jonge varkens. Belangrijke historische merkwaardigheden heeft Holten niet. Op 16 Juni 1829 heeft een groote brand het geheele dorp in de asch gelegd. In den voorgevel van het Hotel Müller vermeldt een gedenksteen dat toen 52 huizen, 17 schuren, kerk, toren en school zijn afgebrand. Ook op één der torenklokken, die eerst 11 jaren na den brand werden aangebracht, wordt door het volgend gedicht aan den ramp, die de plaats trof, herinnerd:

Een vuurgloed brak voor elf jaren
Op dezen dag mijn klanken af
En dreigde alom met doodsgevaren
Doch God was het die redding gaf
Daar ik nu mijn klank weer hooren laat,
Tot nut van kerk en burgerstaat.
Holten, den 16 Juni 1840. Concordia mefecit.
(Gerardus Theodorus van Heuvel uit Dinxperlo)

De groote Ned. Herv. Kerk was blijkens overlevering een dochter van die te Rijssen, welke gewijd was aan St. Dionysius. Naast het Gemeentehuis bevindt zich de Geref. Kerk welke in 1878 gebouwd werd. In 1921 werd door de Israëlieten een synagoge gesticht. Het dorp heeft voorts een tweetal uitnemende scholen n.l. een goed ingerichte openbare school en een eveneens flinke school met den Bijbel. Ook de beide groote boterfabrieken, de Coöp. Stoomzuivelfabriek “de Vrijheid" en de Stoomzuivelfabriek "de Eendracht" van Gebr. Wansink geven een gunstigen indruk van de plaats. De directies van elk dier fabrieken zijn welwillend genoeg om ieder, die het vraagt, een kijkje te geven in een nijverheid, welke in een zeer nauwe betrekking staat tot den arbeid van onze landelijke bevolking.
De gemeente exploiteert een openbaar slachthuis, in de nabijheid van het station gelegen waar jaarlijks duizenden stuks rundvee en varkens worden geslacht voor vleeschvoorziening van binnenlandsche vleeschwarenfabrieken. Dit als bijzonderheid, omdat in zeer weinig andere plaatsen een dergelijk bloeiend bedrijf bestaat.

Het samenkomen van wegen uit alle richtingen, vooral het verkeer over den Rijksweg, die, komend uit de richting Deventer, zich even ten oosten van het Dorp splitst naar Rijssen en Markelo, geeft af en toe een gezellige drukte. Bij deze splitsing lag vroeger het kasteel de Waardenborch, ook wel huis te Holten geheeten. In 1922 werden nog bij het doen van graafwerken enkele gedeelten van de fundamenten bloot gelegd. In het boekje "de Marke van Holten" vindt men aangeteekend, dat het kasteel strekte tot bewaring van Salland. Onder Floris van Wevelikhoven werd het door Hendrik van Solmisse in brand gestoken. Het gebouw moet toen niet geheel verwoest of kort daarna weder vernieuwd zijn, want in 1382
aanvaarde een burger uit Deventer het kasteleinschap uit handen van den Bisschop en van de steden Deventer en Zwolle, onder belofte het met drie mannen te zullen bewaren en desgevorderd het binnen drie dagen wederom over te leveren. Het volgende jaar verkreeg Deventer het voorrecht, dat de kastelein, een burger dier stad moest zijn en aan deze en den Bisschop den eed van trouw zou afleggen. Met toestemming van het Utrechtsche Domkapittel verpachtte Frederik van Blankenheim in 1401 het kasteleinschap met het richterambt van Holten en andere daarbij behoorende rechten aan Gerrit Borre voor den tijd van 32 jaren en tegen betaling van 70 Sallandsche ponden 's jaars. Borre genoot deze gunsten voor de groote diensten welke hij aan 't Sticht had bewezen door het verbeteren van dit kasteel en het huis "Arkesteyn". Onder Bisschop Rudolf van Diepholt geraakte dit huis in zoo'n slechten staat, dat Deventer hem moest bijstaan om het te herstellen. In 1444 bekwam Deventer het kasteel met den tol in pandschap die het in 1487 verpachtte aan haren burger Hendrik ter Bruggen, die het vele jaren als zoodanig in bezit had.
Als bijzonderheid zij nog vermeld, dat de Rijksweg Deventer- Holten- Markelo enz. naar de Duitsche grens de eerste straatweg in ons land is en in 1823 werd aangelegd.

Het dorp Holten heeft zich in de laatste jaren buitengewoon ontwikkeld. Men vindt er thans een flinke opkomende winkelstand, welke zich kan laten zien; er is voor "elck wat wils". Ook de hotels zijn geriefelijk ingericht en langzamerhand bekend om hun uitstekende en vooral degelijke tafel.

DE HOLTERBERG
Vanuit het dorp kan men bij den eersten afweg even onder het spoorwegviaduct door langs een langzaam stijgenden weg bij den molen een tocht maken naar den Holterberg. Links ziet men op één der hoogten van den berg tusschen het groen de villa "Huize de Berg" bewoond door den heer A.P.R.C. Baron van der Borch van Verwolde, Burgemeester van Holten. Ook voorbij het station en verder langs het gemeentelijk abattoir kan men over een landweg tusschen akkers door deze hoogte bereiken, die blijkens de officieele gegevens 68 M. boven A.P. ligt en een oppervlakte heeft van ongeveer 1600 H.A. De aanvankelijk weinig oploopende weg maakt, dat men op het eerste gezicht niet vermoedt, dat de berg in werkelijkheid hooger is dan zich oogenschijnlijk laat aanzien. De tocht loont echter in hooge mate de moeite van hen, die voor natuurindrukken vatbaar zijn, want de omgeving is werkelijk aangrijpend schoon. Behalve de automobielweg met zijn aftakkingen loopen in allerlei richtingen flinke breede wandelpaden, die behoudens een te steile helling, ook per fiets heel goed te berijden zijn. Ten gerieve van de vreemdelingen zijn overal groote witte steenen geplaatst met nummer, zoodat men met de wandelkaart in dit boekje zeer gemakkelijk den weg kan vinden. Een wandeling over de hoogten en door de laagten op den Holterberg is verrukkelijk. De uitzichten zijn steeds vol afwisseling. Mooier vergezichten vindt men in ons land bijna nergens. Aan den gezichteinder ontdekt men torens van plaatsen, die uren ver in den omtrek liggen, van Deventer, Zutphen, Lochem en van Rijssen, Raalte om van meer nabij zijnde niet te spreken. Een mengeling van tinten en kleuren vertoont zich aan het oog, vooral als het wijde landschap door het zonlicht wordt overgoten. De grootsche pracht wijzigt zich naar de jaargetijden, doch het blijft steeds mooi. De berg zelf, met zijn hoogten en diepe ravijnen, zijn dennebosschen en heidevelden, is ook vol afwisseling. Vooral prachtig in het voorjaar wanneer de gouden brem overal kleur brengt of in Augustus als de heide bloeit en de grond als met een paars kleed is overdekt.

Grint-afgraving in den Holterberg

De berg is overal mooi, onverschillig waar men zich bevindt. Toch zijn er een paar punten, die het drukst bezocht worden, om hun eigenaardige bekoorlijkheid, n.l. het "Niemendal" en het "Kolkje".
Het "Niemendal" is te bereiken van af de steenen Nr. 4 of 5. Het is een diep ravijn met dennen en heide begroeid en dat van af den rand een mooi uitzicht opent in westelijke richting, waar de torens van Deventer zich duidelijk aan den horizon afteekenen. Een steil paadje voert den wandelaar naar beneden in dezen grilligen natuurstaat en komt aan de zijde slingerend tusschen jong dennengroen weer boven. De naam "Niemendal" is zeer eigenaardig. Misschien is hier eenig verband te brengen met de legende over "De witte wive van Espelo”. In het weekblad "Buiten" van 1913 vertelt J. Cohen, dat omstreeks de 14e eeuw een heks "Olde Mineke", haar schuilplaats had in een diepe zandkuil in den Holterberg. Zij was de machtigste van alle wiven en buitengewoon leelijk van aanzien. Evenals alle heksen was zij met bovennatuurlijke machten begiftigd en daardoor overal gevreesd. Het was Olde Mineke vooral te doen om boerenzoons te pakken en die mede te nemen naar haar primitief verblijf. Gelukte dit, dan keerden de jongelui met zooveel goud terug als ze maar even konden dragen. Eén van de armste jongens uit de streek "Gait" genaamd was echter niet bang voor haar, omdat hij bekend was met de tooverspreuk:

Old, Old Mineke
Ik goa met oe niet met,
Ik heb mien zinnen en minnen
Op 'n ander mèken ezet.

Deze tooverspreuk, driemaal achtereen opgezegd, ontnam onmiddellijk aan de heks de macht om kwaad te stichten. Gait vergat echter op het juiste oogenblik de spreuk op te zeggen en ook hij werd als slachtoffer meegevoerd. Met goud beladen keerde hij terug en was daardoor in staat te huwen met Golida de dochter van een rijke boer. Gait bleef echter steeds onder de macht van de vreeselijke heks. Dit verdroot Golida, die door list Olde Mineke verdreef. Zij verkleedde zich als jonge man en wist als zoodanig de aandacht van Olde Mineke te trekken. Een wedloop volgde, welke door den achtervolgde zoodanig werd geleid, dat Olde Mineke de grenzen van haar gebied overschreed. Hier eenmaal buiten gekomen ontviel de heks alle macht en was zij hulpeloos. In het aangrenzend gedeelte toch heerschte de IJsselreus, genaamd "De Wilgeman”. Deze wierp Olde Mineke in den IJssel in de nabijheid van Olst, waar een groene plek nog de plaats aanwijst waar zij is verdwenen. De heide was voorgoed bevrijd van de macht van “De witte wive van Espelo". Blijkbaar is het ravijn door de ingezetenen de naam "Niemendal" gegeven, omdat toch eigenlijk niets er op wijst, dat eenmaal "De witte wive" heeft bestaan.
Ter zijde van het Niemendal brengt ons het pad naar steen Nr. 5, gelegen aan een automobielweg, die beneden naar de buurtschap Neerdorp loopt. Volgt men den weg in deze richting en verder links af langs het dennenbosch dan heeft men hier een mooi panorama op de landerijen in deze buurtschap met op den achtergrond de reeds genoemde torens van Deventer, waarvan de Lebuïnis en die van de Bergkerk zeer duidelijk te onderscheiden zijn. In het zuidwesten ziet men de toren van Zutphen.

Het Kolkje

Ook "Het Kolkje" is waard bezocht te worden, vooral omdat de wegen, die er heen voeren, op tal van punten zulke heerlijke panorama's te aanschouwen geven. De eenvoudigste weg is het volgen van een autoweg. Het is wel opmerkelijk, dat het Kolkje steeds met water gevuld is, terwijl dit heldere vocht in den omtrek nergens wordt gevonden. Omgeven door jonge berken, terwijl de grond bedekt is met een tapijt van zacht mos, noodigt het als van zelf tot rusten uit. De welwillende eigenaar heeft zelfs ten gerieve van den wandelaar enkele banken geplaatst. Moge deze welwillendheid steeds voldoende op prijs worden gesteld. Men store niet onnoodig de weldadige rust, die hier heerscht. Het zou de mooie natuurstemming een geweld aandoen, die niet goed is te keuren. Wandelaars worden vriendelijk verzocht geen papieren of dergelijke achter te laten, want ook dit is niet harmonisch met de omgeving. Het Kolkje is toegankelijk van 15 April tot 1 October van 's morgens 8 uur tot zonsondergang.
De oostelijke van de beide autowegen, welke in de nabijheid van het Kolkje naar het Noorden loopen, eindigt plotseling bij de bosschen van den heer De Jong Schouwenburg. De andere is sedert 1929 doorgetrokken naar Nijverdal. Deze autoweg is thans een attractie geworden voor de streek, want in den zomer gaan hier tal van auto's voorbij uit alle oorden des lands.

Volgt men van den meest westelijken weg in de buurt van af steen 10 een pad in westelijken richting den berg af, dan komt men in een oord, waar de natuur nog volkomen gelijk is aan die der vroegste tijden. Dit pad eindigt in de buurtschap Helhuizen. Rechts van dit heidepad voert den weg door een zeer diep ravijn "de Diepe Hel". Aan weerszijden heeft men hier vrij aanzienlijke schuin oploopende hoogten hier en daar begroeid met dennen. De eenzaamheid, de stilte en de oeroude natuurstaat maken hier de omgeving indrukwekkend, ja, bijna beklemmend. Voor hen, die van wat griezelen houden, raden wij aan hier bij avond in 't schemerdonker een wandeling te maken. Dan vervagen de scherpe lijnen en komen donkere silhouetten te voorschijn. Het geheel wordt nog grootscher, nog imposanter. De naam "Diepe Hel" is meer ontleend aan het witte zand. Wit wordt in deze streek ook wel "hel" genoemd.
Van af de hoogten kan men op eenigen afstand scherp afgeteekend tegen de lucht de huize "Sprengeberg” zien liggen, eigendom van den heer van Wulfften Palthe.

Huize "Sprengenberg"

Zooals reeds eerder genoemd, is het gewenscht met behulp van een wandelkaart, die door de V.V.V. te Holten verkrijgbaar wordt gesteld tegen een geringen prijs, den weg over den Holterberg te zoeken. Een verkleinde reproductie vindt de lezer in dit boekje opgenomen.



Een korte aanwijzing is, met het oog op de groote oppervlakte van het terrein, niet overbodig. Ook de A.N.W.B. heeft een wandelweg welke over den berg loopt door de “Diepe Hel" met de bekende blauwe plaatjes aangegeven en voorts op enkele punten wegwijzers (paddestoelen) geplaatst. Enkele hoogten van den Holtenberg zijn genaamd Wullenberg, Blikkert en Ronde Belt. Een goed rijwielpad loopt van het station Holten over den Holterberg langs een lager gedeelte “de Lichtenberg" naar Nijverdal. De naam “Lichtenberg" is gekozen met het oog op de opkomst van de zon. Het eerste ochtendgloren teekent hier alles zóó mooi, dat dit zelfs den eenvoudigen landman niet is ontgaan en waarschijnlijk daarom zoo juist een ongezochte naam aan dit gedeelte heeft gegeven.
In 1926 is ten gerieve van den bezoeker een vriendelijk theehuis op den Holterberg verrezen met uitzichttoren. Na een tocht over de hoogten en laagten is de rust in of bij het gezellige gebouwtje een genot. Het theehuis is genaamd "de Holterberg". In de onmiddellijke nabijheid is een pension.


Vanaf den Holterberg ziet men het dorp in een dal liggen. De spoortreinen als stukjes speelgoed komen aan of verdwijnen weer. Het torentje te midden van de groep huizen doet schilderachtig aan. Het geheel is gelegen te midden van een landschap waarvan het rechtlijnige in zijn kleurschakeering van verschillend groen, zwart en geel afgewisseld door boomgroepen een groote legkaart schijnt.
De dichter Martien Beversluis, die een tijdlang een landhuis op den Holterberg bewoonde, schreef een mooi gedicht in het maandschrift "Onze Eeuw" over "Het Huis op den Berg". In de volgende twee coupletten wordt zoo innig de stemming weergegeven:

Ons huis stond hoog en vlak in 't licht
En rondom lag de donkere heide,
Van uit de vensters was 't gezicht
Oneindig op de diepe weiden.

Als w’ eens hier niet meer zullen wonen,
En niet meer uitzien in dit land,
Hoe zal het zijn als wij dit schoone
Voor ’t laatst doorzwerven hand in hand.

DE ZUURBERG
Aan de zuidzijde van het dorp ligt een ander mooi gedeelte van Holten, de zoogenaamde Beuseberg, waarvan het hoogste deel den naam van ZUURBERG draagt.

Holle weg in den Zuurberg

De weg is gemakkelijk te vinden, omdat de reeds genoemde toeristenweg A.N.W.B. er over heen leidt. Van uit het dorp kan men het Boskampspad volgen of wel den weg naar Laren (G.) waarvan een zijtak "de Beusebergerweg" door deze buurtschappen leidt. Links ziet men aanstonds den Zuurberg liggen. Ofschoon de Zuurberg niet zoo hoog is als de Holterberg biedt hij toch op onderscheidene plaatsen schoone en verrassende vergezichten. Een mooi panorama heeft men in het Noorden op Holten met den Holterberg op den achtergrond. Wat den Zuurberg vooral een eigenaardig karakter verleent, zijn de kleine boerderijen, die aan den voet verspreid liggen en daardoor aan 't geheel een bijzondere bekoorlijkheid verleenen.

Panorama op Holten

Evenals op den Holterberg zijn hier veel dennenbosschen, waardoor de heidepaadjes loopen of zandwegen kronkelen. Ook is een wandeling langs de boerderijen met hun korenakkers, aardappelveldjes, waartusschen weer weiland met het hier voorkomende roodbonte vee, zeer aan te bevelen.

LOOK EN BORKELD
De padddestoelwegwijzer van den A.N.W.B. aan den Beusebergerweg geeft een mooie wandelweg in Oostelijke richting over den Zuurberg, hetwelk een verbinding geeft met de buurtschap Look en vervolgens de Borkeld. Van uit het dorp komend voert er een gemakkelijk te berijden fietspad heen, wanneer men den Markeloschen straatweg even volgend links afslaat en het met aardige berken afgebakende pad neemt. Deze weg is genaamd "de Winterweg" of ook wel "Oude Postweg".
Wel wisselen hoog en laag hier elkaar minder sterk af dan in de reeds genoemde deelen, toch heeft ook deze streek een eigenaardige mooie natuur. Schilderachtig liggen hier de kleine boerenwoninkjes in het groen verborgen. Bosschen en heide, bouw- en weiland zorgen voor de noodige afwisseling.

Boerderijtje langs den Rijksweg

Op de grens tusschen Holten en Rijssen aan den Rijksstraatweg heeft men de herberg "DE KEIZER". Volgens overlevering zou keizer Karel V, op zijn doorreis door Twenthe in 1533 aldaar toevallig een boerenbruiloft hebben bijgewoond en toen met de bruid hebben gedanst. Vanaf den Rijkstraatweg loopt rechts een automobielweg naar den Holterberg.
Aan de andere zijde in de heidevelden is men vanwege de gemeente Enschede voortdurend bezig proefboringen te doen naar water. Het ligt n.l. in de bedoeling op den duur hier een pompstation te vestigen, voor een gemeentelijke of provinciale drinkwaterleiding.
Even over het spoor in de richting van het dorp heeft men links van den Rijksstraatweg het TWENHAARSVELD, een uitgestrekt heideveld hetwelk meermalen dienst heeft gedaan als kampeerterrein voor de soldaten tijdens manoeuvres. In dit veld is een merkwaardige GROOTE STEEN gevonden, welke op een voetstuk geplaatst werd in den tuin van de uitspanning “De dikke Steen".

ESPELO
Van Holten in de richting Raalte komt men langs een verharden weg door de buurtschappen NEERDORP en ESPELO. De weg loopt een eind langs den voet van den Holterberg. Hier treft men een flink kampeergebouw aan, opgericht door bemiddeling van de plaatselijke V.V.V., dat plaats biedt voor circa 40 kampeerders.


Verderop komen zandwegen met hun diepe karresporen waarlangs rijwielpaden, te voorschijn. Hiervan voert den Helhuizerweg den
wandelaar door de buurtschap van dien naam in de richting Haarle. Blijkbaar heeft men vroeger deze streek aangeduid met den naam. "Hel”. Ten oosten heeft men op den Holterberg de "Diepe Hel" waarover reeds hiervoor het een en ander werd medegedeeld. Toen er langzamerhand woningen werden gebouwd kwam de naam "Helhuizen”.
De weg naar Raalte volgende komen we langs de school met onderwijzerswoning te Espelo gelegen te midden der geurige dennebosschen. Andere woningen in de onmiddellijke nabijheid zijn er niet, zoodat het geheel eerst wat eenzaam aandoet. De natuur vergoedt hier echter zeer veel. Onwillekeurig dringt zich de vraag bij ons op of het niet gewenscht zou zijn, de bleeke stadsneusjes hier in deze boschschool wat wijsheid te laten opdiepen en den overigen tijd in de gezonde dennenlucht meer lichaamskracht. Zeer zeker zou dit zijn gunstige uitwerking niet missen. Een eind verder voert de weg langs de boerderij de Ulft in welker nabijheid voor enkele jaren geleden een dorpje is verrezen genaamd Nieuw Heeten alwaar een Roomsch-Katholieke kerk en een R.K. school zijn gesticht. Vandaar komt men in het dorpje Heeten of langs den zandweg naar de mooie omgeving van den huize "Schoonheeten”.

Volgen we den harden weg van Espelo naar Dijkerhoek en slaan we den eersten zandweg rechts in dan komen we bij een paar boerderijen die ook wel worden genoemd "de Braakmansplaatsen". Even ten oosten hiervan is een vrij hooge met eikenhout begroeide heuvel "de Zandwal" geheeten, een eldorado voor fretteerders (konijnenvangers). De Zandwal is ontstaan doordat een vroegere eigenaar "Braakman" zijn bezitting door een met twijgen gevlochten schutting beschermde. Dit had een tweeledig doel n.l. om het vee van anderen niet op zijn eigendom te laten en om zandverstuiving te voorkomen.
Vroeger was de omgeving van de school te Espelo een barre zandwoestijn, waar geen boom of struik zelfs geen grassprietje groeide. Kwam de wind nu uit het oosten dan waaide het zand van de kale vlakte op en bleef voor een gedeelte voor den "tuin" van Braakman liggen. Dit herhaalde zich telkens, totdat de heuvel de hoogte van thans bereikte. Toen de zandverstuiving door bebossching was vastgelegd en de Zandwal met eikenstokken was bepoot, was er van verstuiving natuurlijk geen sprake meer. De uitwerking van den kunstmest is ook hier aan alles merkbaar. Op de zandvlakten van voorheen ziet men nu mooie boerderijen.
Als een merkwaardigheid kan nog worden medegedeeld, dat achter de boerderij van G. Haarman oudtijds een klooster heeft gestaan. Bij het effenen van het terrein in 1922 kwam nog heel wat puin te voorschijn.

DIJKERHOEK
Reeds op grooten afstand is zichtbaar de molen van Dijkerhoek, die ook hier het landschap zoo mooi aanvult. In de onmiddellijke nabijheid staat de goed ingerichte school met onderwijzerswoning. Waar de Espelodijk den straatweg Holten-Deventer kruist, ziet men rechts de herberg “Het Bonte Paard" en links de villa's “Oldersheem" en “de Rinkelaar".

Het Oldersheem

Een straatwegje loopt verder door tot aan het station Dijkerhoek. Het "Bonte Paard" is nog een ouderwets ingerichte herberg waarvoor de bijbehoorende groote lindeboom prijkt. Ook het traditioneele uithangbord, waarop een bont paard, is aanwezig en aan de tegenoverliggende schuur bevestigd. De villa "Oldersheem" is een landelijk internaat voor meisjes onder leiding van Mevr. Boissevain. Het onderwijs omvat theorie en praktijk van tuinbouw, groenten- en vruchtenteelt; verzorgen en kweeken van bloemen en planten; huishoudelijk koken en wecken van goenten en vruchten.

De buurtschap Dijkerhoek staat in verbinding met het dorp Holten door den met den spoorweg parallel loopenden straatweg. Mooier is echter een wandeling langs den Ouden Deventerweg te midden van akkers, bosch en heide. De weg is breed en was vroeger de
Postweg Amsterdam - Hannover. Op sommige punten heeft de weg nog zijn vroegere breedte behouden.
Terzijde hiervan heeft men nog het boerenerve “Lokin" eertijds een herberg waar een uithangbord hing, waarop de waard geschilderd, bezig zijnde zijn klanten naar binnen te lokken. Het bord is echter reeds lang verdwenen. In de nabijheid van Holten heeft men weer een mooi gezicht op de begroeide hoogten.

HET HOLTERBROEK
Van af het station Dijkerhoek zuidwaarts komt men in dat gedeelte van Holten, hetwelk uitsluitend grasland is, n.l. "Het Holterbroek". Ook vanuit het dorp is dit te bereiken langs den grintweg naar Laren en den Dorperdijk. Het landschap is hier van gansch anderen aard dan het overige deel van Holten. Hier kan men des zomers het roodbonte vee in de groene weiden, omzoomd met tochtslooten, zien grazen of de landman arbeidende aan den hooioogst. Alles heeft hier meer een Hollandsch karakter in tegenstelling met de hoogten, die men in de verte kan zien liggen. Opgaand hout vindt men ook hier langs de slooten of langs de wegen.
Het verdere gedeelte van den Dorperdijk en ook van den Scholmansdijk voeren naar de buurtschap Loo onder Bathmen. Over de oude Schipbeek ligt het schilderachtige brugje "de Pothaarsbrug" in, de nabijheid van het boerenerve van dien naam. De weg loopt verder door het boschrijke Bathmensche veen, waar nog de overblijfselen zijn van het voormalige kasteel Arkesteyn. De zuidelijke grens van het Holterbroek wordt gevormd door het riviertje "De Schipbeek". Het westelijk gedeelte is gekanaliseerd en aan weerskanten dichtbegroeid met dennen, waar door en langs boschpaadjes loopen, een geliefkoosd oord van allerlei wild en gevogelte. De naam Snatergatsbosch zegt veel in dezen. Meer oostelijk, in den grintweg naar Laren (G.), is de Wippertsbrug over het riviertje "de Schipbeek", de verbinding tusschen het Overijsselsch en Geldersch grondgebied.

De oude Schipbeek

De omgeving van Holten is buitengewoon mooi. Men moet er echter korter of langeren tijd verblijven om dit alles te kunnen aanschouwen, er van te genieten en het te waardeeren.

G.