HAAKSBERGEN
Deze gemeente ligt in een uithoek van Twenthe, dicht bij de Geldersche grens. Door 't Z. der gemeente vloeit de Buurserbeek, later Schipbeek geheeten. De heidevelden, die hier vroeger nog eene aanzienlijke oppervlakte innamen, zijn door bodemcultuur reeds zeer verminderd. In 't Haaksberger- en Buurserveen, die gedeeltelijk in 't Z.O. der gemeente, tot over de grens liggen, houdt men zich nog met turfbereiding bezig. Ook het branden van houtskool, ten behoeve der ijzergieterijen, kwam hier vroeger veel voor, maar is in de laatste jaren veel verminderd. In de buurschappen der vrij uitgestrekte gemeente is landbouw het hoofdmiddel van bestaan.
De dorpskom, die vrijwel in 't midden der gemeente ligt, bevat enkele met nette woningen bebouwde straten. In het midden daarvan ligt het kerk- of marktplein en daarop staat, de sedert eenige jaren fraai gerestaureerde Katholieke Kerk, die van 1633-1809 in Protestantsch bezit is geweest. De fraaie zeszijdige kerk der Hervormden, met een torentje uit het midden, staat aan 't begin der Oostenstraat, naast het antieke huis, dat Dr. Joan van der Sluys, indertijd Regter van Haaksbergen, zich hier in 't begin der 18e eeuw liet bouwen. Aan het Geslacht Blankenborg, de eerste Heeren der plaats, herinnert hier nog de Blankenborgerstraat en wel uit den tijd, toen Haaksbergen nog eene vrije Heerlijkheid was, wat een einde nam tegen het midden der 15e eeuw, toen de bisschop van Utrecht er eigenaar van werd.
Haaksbergen zou niet in Twenthe moeten liggen, als het geen industrie bezat. De firma Jordaan schijnt hier de oudste brieven te hebben, want in 1781 bezat ze hier reeds eene katoenweverij, die later eene stoomweverij werd en nadat ze in 1899 was afgebrand, op modernen voet weer opgebouwd werd. Eene weverij en bleekerij worden gedreven door de firma ten Hoopen, terwijl sedert kort aan de overzijde der spoorlijn eene wolfabriek is voltooid en in werking gesteld.
De omstreken van Haaksbergen zijn over 't algemeen rijk aan natuurschoon en bezitten menig schilderachtig punt, waar de wandelaar bij voorkeur gaarne verwijlt. Zoo in de Assink- en Lankheterbosschen, zoo op het landgoed het Raa, en bij de modern gebouwde boerderij het Möllenveld, een voormalige herberg aan den weg naar 't Munsterland. De kroon evenwel spant, wat de omgeving betreft, de oude Watermolen, die op de Schipbeek staat en als een oase wegschuilt tusschen bosschen en heidevelden; die grijze molengebouwen, die reeds eeuwen heugen, die hoog opgestuwde beek, met een mooie bocht tusschen 't geboomte heenglijdend, dan bruisend over 't rad, om zich verder te verliezen in het schoone Lankheterbosch; dat nette Muldershuis, waar de oude linden zich buigen over de blanke beek, die vroeger ook nog eene nu vervallen oliemolen dreef, waarbinnen indertijd alles 'n schilderachtig aanzien had. Ja, hier zou men dagen willen omdolen, om te droomen van rust en van schoonheid en vrede.
Men kent in Twenthe het Losser-, het Lutter- en het Buurser Zand. Dit laatste ligt tusschen de Rutbeek en Buurse, ten N.O. van Haaksbergen. 't Is een uitgebreide zand- en heidevlakte, hier en daar begroeid met waaghout, gagel, braam, heide en wat verder op 'n ongecultiveerden bodem pleegt te groeien. 't Is hier een wildernis van duinen en voor jagers, stroopers en smokkelaars een uitstekend terrein. Het Zand werd indertijd door den heer van Heek als natuurmonument aangekocht en dicht hierbij bouwde hij eene woning, Zonnebeek. Ter stoffage van het landschap, liet hij de oude Stendermolen uit Usselo naar 't Zand brengen en hier weer opstellen, Hier staat ook nog een oud ‘los hoes’, thans onbewoond, dat den zonderlingen naam van Bommelas draagt. De kunstschilder van Kregten, te Enschedé, bracht dit huis, met omgeving, indertijd zeer verdienstelijk op doek.
Hier, in Buurse, stond van 1911-'12 een boortoren van de Rijksopsporing van delfstoffen, welke boringen tot de volgende uitkomsten leidden: op 'n diepte van 270 M. begon eene zout¬bank van 20 M. in het Röt, het bovenste van den nu volgenden Bontzandsteen; op 875 M. kwam men bij het Zechsteinzout; bij ruim 900 M. diepte moest men hier met boren ophouden, wegens een ruimen toevloed van zoutwater; op 'n diepte van pl.m. 1150 M. denkt men daar de kolenformatie aan te treffen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten