ACHTERGRONDINFORMATIE
De eerste Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer werd in 1885 in Valkenburg opgericht. De eerste Overijsselse VVV was die van Kampen (11 december 1893), twee jaar later volgde Zwolle. In 1915 ontstond de in Amersfoort gevestigde Algemeene Nederlandsche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer (ANVV), waarvan elf Overijsselse VVV’s lid werden: Almelo, Delden, Denekamp Deventer, Kampen, Oldenzaal, Olst, Ommen, Ootmarsum, Steenwijk en Zwolle. De ANVV stimuleerde het oprichten van Streek-VVV’s. Op 2 februari 1923 werd de Bond voor Vreemdelingenverkeer in Twente opgericht, waarvan het kantoor in Almelo kwam te staan, in een pand dat voortaan als het Verkeershuis zou worden aangeduid.
Een van de eerste doelstellingen was het uitbrengen van een toeristische gids. In 1925 verscheen Mooi Twenthe. Toch was het Bondsbestuur teleurgesteld over de medewerking vanuit de plaatsen in Twente. De beschrijvingen per plaats verschillen nogal qua omvang, alleen waar bekende auteurs als J.B. Bernink en A.J. Goldstein deze taak op zich namen, zijn de artikelen uitgebreider.
Ook was het bestuur ontevreden over de bijgevoegde kaart van rijwielpaden en verwees ze de kopers van de gids naar een kaart die in de maak was en binnenkort zou verschijnen. Dat was de Kaart van de Rijwielpaden in Twenthe, bewerkt door Mr. A.W. Stork. Van deze kaart zijn de hieronder getoonde kaartfragmenten bij de rijwieltochten afkomstig.
VOORWOORD
Bosch en heide, hoog en laag, oud en nieuw, trotsche kasteelen en eenvoudige boerenhuizen, ongerept natuurschoon naast moderne stedenbouw, hier een slingerend riviertje, daar een miniatuur-beekje, wuivende korenvelden en malsche weiden, om¬zoomd door hoog geboomte of door kreupelhout; grillige zandverstuivingen naast plantenweelde; doodsche stilte ginds, vogelleven hier; landelijke eenvoud de naaste buur van stadsgewoel; de met de nieuwste uitvindingen toegeruste fabrieksnijverheid in de onmiddellijke nabijheid van het oeroude ‘los hoes’ en het klepperend rad van den watermolen: ziedaar in het kort Twenthe, bij al te velen nog zoo weinig bekend. Of ja, toch wel, maar dan als belangrijk industriegebied. Wat voor schoons Twenthe verder biedt, hoe weinigen nog weten het, maar ook, hoevelen ontdekken het telkens weer, die afwisseling van veel en velerlei mooi. Dat mooie van Twenthe in steeds ruimer kring bekend te maken, is het doel van den Bond voor Vreemdelingenverkeer in Twenthe. En omdat doel te bereiken, kwam de alombekendheid van de Twenthsche grootindustrie den Bond maar wat goed te pas: Palthe en Molkenboer, alom in den lande bekend, zonden hunne duizenden klanten de aansporing: ‘Bezoekt Twenthe’. En dank zij deze dankbaar aanvaarde hulp, van genoemde firma's, kwamen in den loop van 1923 uit alle oorden des lands de verzoeken om inlichtingen over Twenthe het Bondsbureau overstelpen. En dat men over het werk van den Bond voldaan was, bleek uit de enthousiaste brieven, die wij ontvingen van hen, aan wie wij gegevens omtrent zwerftochten en zomerverblijf door en in Twenthe verschaft hadden.
Aangemoedigd door dit aanvankelijk succes, hebben wij besloten een Geïllustreerde Gids voor Twenthe uit te geven. En ondanks de vele moeilijkheden, die de uitgave van een der¬gelijk werk medebrengt - waaronder niet het geringste is te tellen de weinige medewerking, die wij zelf in Twenthe nog mochten krijgen - heeft de Bond doorgezet, al moet het ons van het hart, dat wij niet geslaagd zijn, zooals wij wel gewenscht hadden.
Daarom maakt nu onze gids geen aanspraak op volledigheid. Een betere kaart b.v. bleek zooveel voorbereiding te vereischen, dat wij vooreerst moeten volstaan met de rijwielpadkaart van Twenthe bij den gids aan te bieden. Een nieuwe kaart in vier kleurendruk is echter in bewerking bij den A.N.W.B.
Wie Twenthe goed wil zien, fietse of wandele er. En daarom hebben wij uitvoerige beschrijvingen van een elftal rijwieltochten gegeven, hoofdzakelijk langs rijwielpaden, waarvan Twenthe letterlijk wemelt, dank zij vooral ook de Rijwielpad Vereeniging Twenthe. Laten toch meer toeristen, dan nu het geval is, het nuttig werk van deze vereeniging waardeeren. Laten we toch niet de schande mogen beleven, dat, bij gebrek aan belangstelling van de Twenthenaren zelf, die het meest van den aanleg der rijwielpaden profiteeren, deze zoo onontbeerlijke vereeniging bij gebrek aan voldoende geldmiddelen, ophoudt te bestaan.
Wij hebben voor de beschreven tochten, de rijwielpaden gekozen, niet alleen, omdat men dan de meest intieme en mooie plekjes aandoet, maar vooral ook, omdat men dan gevrijwaard is voor het gevaar en het stof van de groote wegen. Moge men op het rijwielpad al eens moeten afstappen, omdat het pad wel eens wat smal, en bij voortdurende droogte op enkele plaatsen mul is, deze kleine ongerieven worden ruimschoots vergoed. Onze tochten zijn zoo ingericht, dat alle plaatsen in Twenthe eens of meermalen worden aangedaan. Men kan dus beginnen waar men wil en wil men niet alle elf tochten maken, welnu men combineere.
Naast deze rijwielpadenbeschrijving geven wij een korte beschrijving van een autotocht, welke beschrijving ook kan dienen voor hen, die met hun rijwiel de groote wegen houden.
De wandelaars verwijzen wij naar den Algemeenen Nederlandschen Wielrijdersbond, Toeristenbond van Nederland, wiens wandelweg Zwolle-Oldenzaal door een groot deel van Twenthe loopt, over anders niet toegankelijke terreinen. Om naast dezen, geheel door blauwe schildjes aangegeven wandelweg, nog een beschrijving van een wandeling door Twenthe te geven, zou overbodig zijn. En den wandelaar, die nog geen lid van den A.N.W.B. is, geven wij den raad, dit zoo spoedig mogelijk te worden, evenals den fietser, die een of meer van de door ons beschreven tochten maakt en telkens de wegwijzers van den A.N.W.B. als goede gidsen zal ontmoeten.
Onze gids bevat verder eene beschrijving van de verschillende plaatsen in Twenthe, dat wij misschien wat grooter genomen hebben, dan het in werkelijkheid is. Deze beschrijvingen zijn afkomstig van inwoners der betrokken plaatsen. Historische aanteekeningen laten wij voor dit werk achterwege. De enkele notitiën, die wij bij de rijwieltochten plaatsten, ontleenden wij aan het bekende werk van mr. G.J. Ter Kuile: Geschiedkundige aanteekeningen op de Havezathen van Twenthe. Wie meer van Twenthe wil weten, raadplege het werk van denzelfden schrijver over de Watermolens in Twenthe en Over proza en poëzie in Twenthe. Ook in Het land van katoen en heide van den heer Van Deinse en in Oet et land van aleer van mej. Elderink kan men aardige bijzonderheden vinden. Wat de verschillende plaatsen betreft, verwijzen wij naar de bestaande plaatselijke gidsen, bij het Bondsbureau verkrijgbaar en naar Ons Dinkelland van den heer J.B. Bernink, den welbekenden directeur van het natuurhistorisch museum Natura Docet te Denekamp, wiens bijdrage over de flora en fauna van Twenthe zeer zeker als eene groote aanwinst mag worden beschouwd.
Natuurlijk ontbreekt aan den gids niet eene lijst van Hotels en Pensions, welke lijst nog steeds voor uitbreiding vatbaar is. Ten slotte: wat gij niet in den gids kunt vinden, vraagt dat aan het Bondsbureau, dat volgaarne de meest uitgebreide inlichtingen omtrent Twenthe verschaft.
Met een woord van hartelijken dank voor allen, die hunne medewerking verleenden, zenden wij dezen gids de wereld in. Wij hopen, dat een tweede verbeterde en vermeerderde druk spoedig noodig zal blijken te zijn.
HET BESTUUR. VAN DEN BOND VOOR
VREEMDELINGENVERKEER IN TWENTHE.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten