EEN DAGJE NAAR STEENWIJKERWOLD.
Boven: Chromotopografische kaart des Rijks, verkend in 1921.
De Rijksstraatweg, die van Steenwijk uit noordwaarts gaat, biedt ons op twee plaatsen gelegenheid de buurtschap Gelderingen, meer en meer het middelpunt der gemeente Steenwijkerwold wordend, te bezoeken. Nauwelijks zijn wij Tuk gepasseerd, of een grintweg, linksaf voerend, brengt ons over de buurten Thij en Kerkbuurt naar ons doel. Een wegwijzer van den A.N.W.B. deelt ons mede, dat dit tevens de weg is, die naar Oldemarkt leidt. Het eerste gedeelte van dezen grintweg klimt vrij sterk, maar hebben we eenmaal het hoogste punt bereikt, dan worden wij ruimschoots beloond voor onze moeite, wanneer wij een oogenblik vertoeven op de plaats, waar de door Vreemdelingenverkeer geplaatste zitbank ons tot rusten noodigt. Vóór ons ligt dan Steenwijk met zijne omgeving van lage landen; op den voorgrond zien wij de fraaie boerderij Huize Bunzinge, terwijl liefhebbers van paarden doorgaans hun hart kunnen ophalen aan de fraaie dieren, die op een uitgestrekt weideveld onmiddellijk achter ons in grooten getale grazen tusschen ander vee.
Onzen weg vervolgende, bereiken wij vrij spoedig Thij, eene buurt, waar allerlei bedrijf wordt uitgeoefend. Smid en timmerman, bakker en schoenmaker hebben hier hunne werkplaatsen, terwijl de stoomzuivelfabriek De Eendracht de bedrijvigheid nog aanmerkelijk verhoogt. Thij is eene buurt, waar de huizen zijn gebouwd in een tijd, toen men van rooilijnen nog geen verstand scheen te hebben. Intusschen schaadt deze wanorde niet, 't geheel maakt geen onaangenamen indruk, zooals ons kiekje bewijst.
Stijgen en dalen is in dit gedeelte van Steenwijkerwold schering en inslag. Zijn wij klimmende tot ons rustpunt gekomen, dalende tot Thij, thans moeten we weer naar boven, tot daar, waar de Hervormde Kerk staat, tot Kerkbuurt dus. Even voorbij de kerk komen we aan een viersprong. Onze grintweg wordt gekruist door een straatweg, die komt van den Rijksstraatweg, dien wij zooeven bij Tuk verlieten. Hadden wij daar den straatweg gehouden tot de plaats, waar de herberg De Witte Paarden gevonden wordt, duidelijk kenbaar aan een tweetal steigerende paarden op de schuurdeuren afgebeeld, dan zou de weg, vandaar linksaf gaande, ons ook naar dit kruispunt hebben gebracht. Den grintweg vervolgende, zouden wij Oldemarkt bereiken. Voorloopig gaan wij liever linksaf, na nog even te hebben verwijld op dit werkelijk fraaie punt, vooral fraai, wanneer in den zomertijd het hoog geboomte van kerkhof en naburige pastorie in vollen bladertooi prijkt.
Spoedig bereiken we nu Gelderingen. Deze buurtschap heeft in de laatste jaren eene aanmerkelijke uitbreiding ondergaan. Tal van nieuwe huizen, ze beginnen reeds in de Kerkbuurt, zijn in den laatsten tijd hier gebouwd. Het voornaamste gebouw echter, dat hier verrees, is het gesticht De Voorzienigheid, door herhaalde uitbreiding geworden tot een gebouw met nagenoeg 100 Meter gevellengte. 't Is nog geen vijftien jaar geleden, dat de Zeereerwaarde Heer C.G. MUITEMAN, Pastoor der parochie Steenwijkerwold, het grootsche plan opvatte, in zijne gemeente eene stichting in het leven te roepen, waarin ouden van dagen, waarin ook kinderen zouden kunnen worden opgenomen, waarvan de verpleging in het gezin te kostbaar of onmogelijk was. Aan eerwaarde Zusters werd de verpleging opgedragen en nu reeds bevat het gebouw bijna vier honderd bewoners. Aan bijna veertig Zusters is de verzorging toevertrouwd van tal van oude mannen en vrouwen, aan tal van kinderen, die er in de gelegenheid zijn gesteld uitstekend onderwijs te genieten, zoodat eene bloeiende kostschool mede in de stichting is opgenomen. Sinds 1 Mei 1904 is er zelfs eene Kweekschool voor onderwijzeressen, die reeds meer dan 60 leerlingen telt, uit alle oorden des lands naar hier gekomen, om zich te bekwamen voor de onderwijzers-akte en die in de nuttige handwerken. Een elf-tal onderwijzers en onderwijzeressen zijn verbonden aan de scholen in de stichting De Voorzienigheid.
Wie van dwalen houdt, in den zin van schijnbaar doelloos rondloopen, kan van dit middelpunt in alle richtingen aan zijn lust voldoen. En, indien hij liefhebber is der natuur, tegelijk genieten van het vele, dat plantenrijk en dierenrijk, het eerste vooral, zoo ruimschoots te genieten geven. Zelden zagen wij op zoo klein bestek zoo groote verscheidenheid van gewassen. In hetzelfde bouquet zal men kunnen verzamelen de heide en de moerasplant, daar ze op geen kwartieruurs afstand van elkaar overvloedig voorkomen. Het geheele jaar door schenkt de natuur hier het aanzijn aan de schoonste harer kinderen, de bloemen. Reeds in Februari luidt er het sneeuwklokje, Maart brengt zijn speenkruid en viooltje, April en Mei brengen anemonen, orchideeën, dotterbloemen en waterviolieren, maar Juni vooral geeft hier een bloemenschat te bewonderen zooals bijna nergens.
Zijt gij plantenliefhebber, verlaat dan den straatweg, die voorbij het gesticht De Voorzienigheid voert naar de buurtschappen Molenhoek, Basse en Westenwold, verlaat den straatweg overal, waar een zandweg noord- of zuidwaarts gaat. Een gids die u bijna nergens in den steek laat, is altijd te uwer beschikking, indien ge misschien bevreesd zijt, dat ge den rechten weg niet zult terugvinden. Immers, waar ge ook zijt, overal zal, indien het dichte geboomte het uitzicht niet te veel belemmert, het gesticht De Voorzienigheid voor uw oogen oprijzen, daar dit kolossale gebouw op een der hoogste punten der gemeente is geplaatst.
Maar ook al bekoren u de bloemen niet in die mate, dat ge alleen terwille daarvan den hoofdweg zoudt willen verlaten, ook in menig ander opzicht zult ge kunnen genieten. Hoe schoon ligt het lage polderland met zijne wateren en molens aan uw voet, wanneer ge zuidwaarts zijt afgeweken; hoe heerlijk komt u de dennenlucht tegemoet, wanneer ge noordwaarts gaande den grintweg naar Oldemarkt hebt bereikt; hoe dikwijls heeft u intusschen een heerlijk schaduwplekje tot rusten verlokt, tot rusten op het zachte mos, terwijl de vogels in de struiken u gratis hunne schoonste liederen voorzingen? Ook den Koning der zangers, den nachtegaal, zult gij in dit concert niet missen, wanneer een zachte Mei-avond u hier brengt. Menig plekje, voor een schilder om van te watertanden, zal hier uw oog boeien, al begrijpt de eenvoudige landman, die hier met harden arbeid zijn brood verdient, niet, wat de vreemdeling voor schoons ziet in zijn omgeving. Hij heeft alleen oog voor zijne te veld staande rogge en haver, voor zijne aardappelen, voor zijn vee, en terwijl hij de opbrengst bij den oogst berekent en den prijs voor zijn slachtvee bepaalt, staat gij het schoone te bewonderen, dat de licht- en donkergroen gekleurde akkers op dit golvend terrein aanbieden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten