ACHTERGRONDINFORMATIE
De Wandelgids voor Dalfsen, Rechteren, Vilsteren, Het Laar en Ommen werd in 1903 uitgegeven door de lokale uitgeverij Gos. Eshuis. De gids werd uitgegeven ter gelegenheid van de opening van het tracé Zwolle-Ommen van de Noord-Ooster Locaalspoorweg Maatschappij (NOLS) . Doel van de gids was de toerist opmerkzaam te maken op de mooie natuurgebieden ten oosten van Zwolle en met name in de streek rond Dalfsen en Ommen. Tot dan toe was dit gebied slecht bereikbaar, met de komst van de stoomtrein was dit probleem opgelost.
In de gids wordt nergens een naam van een auteur vermeld. Greet van der Kamp wijst in een artikel in Rondom Dalfsen (2003) de Dalfser onderwijzer Meester Loman aan als de schrijver van de gids. In het vier jaar eerder uitgegeven Dalfsen rond het jaar 1900 wordt door Henk Beltman juist aan meester H. Loman veel aandacht besteed. Over hem staat onder meer het volgende vermeld:
‘Over de onderwijzers en onderwijzeressen uit die tijd is weinig bekend. Uitzondering daarop maakt meester H. Loman, hoofd van de dorpsschool. Nadat hij van 1885 tot 1898 hoofd was geweest van de openbare school in Hessum, werd hij daarna benoemd tot hoofd in Dalfsen. In Hessum was hij zeer geliefd en kon hij met grote inzet zijn onderwijs- en opvoedkundige principes waarmaken: de leerlingen veel kennis bijbrengen (er moest geleerd worden, er kwamen zelfs leerlingen vanuit Dalfsen naar de school in Hessum) en leerlingen, ouders en andere belangstellenden met verschillende geloofs- en levensovertuigingen tot elkaar brengen’.
Twee van de bijgevoegde kaarten horen bij de gids. Daarnaast zijn kaarten toegevoegd afkomstig van de Chromotopografische kaart des Rijks 1:25.000. De kaarten zijn niet allemaal uit hetzelfde jaar, maar wel van het begin van de 20e eeuw. De spoorlijn, aangelegd in 1903, is op alle kaarten weergegeven.
VOORWOORD
Lectori Salutem,
‘Vergeten oord, door slag noch strijd
Der faam gewijd
In 't grijs verleden!’
Deze regelen, waarmede de dichter in 1861 Twente aansprak, zijn zeker niet te richten tot de streek, waardoor thans de Noord-Ooster het ijzeren stoom paard voortstuwt.
‘Vergeten oord,’ - hoe menig stedeling uit den omtrek heeft het genot niet gesmaakt,
‘Natuur, de milde, hier te aanschouwen:
De frischheid van het beukenbosch,
Der eiken rijke blaadrenzee,
Der dennen geur, het donzig mos,
De blanke berk, het dartel vee,
En in den zoelen schemerschijn
Den wildzang van het vogelijn.’
‘Door slag noch strijd der faam gewijd’, neen, ‘de adellijke banier, die hier het sein van oorlog gaf of vreê’, begroette ‘bisschop of Oranjetelg, Spanjaard of Germaan als vijand of als vrind’. Geen vergeten oord, zonder historische herinneringen, maar tot anno 1903 een geisoleerde, afgelegen streek, - ziedaar het eerste baanvak van den Noord-Ooster.
Wie eens een dag ‘en-famille’ naar buiten wilde, om daar onbezorgd de schoone natuur te genieten, ‘Jan Pleizier’ - hoe gezellig ook - maakte het uitstapje te duur, bruin kon dikwijls zoo zwaar niet trekken.
Menig gefortuneerd vreemdeling, betooverd door de coquette villa's uit de Vechtstreek of 't Gooi, door de verrassende kiekjes bij Arnhem, Nijmegen of Valkenberg, door de verheven panorama's van Drachenfels, Harz of Rigi, menigeen beweert: ‘Zwol, - daar is geen land meer achter!’ Neem voor eenige stuivers een plaatskaart op den Noord-Ooster, volg dezen wandelgids en ge zult anders oordeelen, ge kunt u van het tegendeel overtuigen.
Dit boekske hoopt den vreemdeling, wien, om welke reden dan ook, de streek totnogtoe een terra incognita bleef, niet alleen een gids te zijn op zijn tochten, doch bovendien door mededeeling van historische feiten en volksoverleveringen, die tochten te veraangenamen, de belangstelling in de omgeving te verhoogen. Moge het zoo zijn!
Een woord van oprechten dank aan hen, die ons in staat stelden hier en daar aan te bieden, wat zonder hunne bereidwilligheid achterwege zou gebleven zijn.
‘Wie zijne natuurgenooten later gunt, wat hij heden geniet, schendt nimmer het goed van anderen’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten