NASCHRIFT
De weinige bekendheid met Enschede en zijne schoone omstreken; de moeilijkheid, welke de vreemdeling, die zich hier tijdelijk of voor goed vestigt, ondervindt om met die omstreken bekend te worden; het doel om ook de Enschedesche jeugd lust in te boezemen die omstreken in alle richtingen te doorkruisen, deed de vergadering van de afdeeling Enschede van het Ned. Ond. Genootschap besluiten tot het vervaardigen van eene wandelkaart van Enschede en zijne Omgeving. Aan dat besluit werd door de samenwerking van de heeren H.U. Thoden van Velzen, F.J.H. Derwort , Dr. A. Benthem Gz. en J.J. van Deinse gevolg gegeven en deze kaart ziet thans het licht.
Een kleine gids was bij deze kaart volstrekt noodzakelijk, vooral ook om te wijzen op het natuurschoon, op de fraaie wandelingen en de merkwaardige plekken die hier in grooten getale worden aangetroffen. Bij deze laatste is eene historische toelichting zeer gewenscht. Wij vatten daarom het voornemen op om aldus het verleden met het heden in een beknopt overzicht samen te vatten en hebben getracht die taak zoo goed mogelijk te volbrengen. Zoo goed mogelijk, want door de vreeselijke rampen, welke Enschede in 1517, 1750 en 1862 teisterden, zijn bijna alle geschiedkundige documenten verloren gegaan, zoodat wij slechts uit ‘de Oude Tijd’, de Overijselsche Almanakken, Racer, de niet-verbrande kerkelijke Archieven, de oude Enschedesche couranten en mondelinge inlichtingen konden putten. Vooral aan hen, die ons deze laatste verschaften, en aan degenen, die ons hunne oude geschiedkundige werken en documenten ter inzage afstonden, betuigen wij onzen hartelijken dank. Mochten wij hier of daar, door welke oorzaak ook, hebben gedwaald, men houde het ons ten goede en zij verzekerd, dat wij steeds getracht hebben de waarheid mede te deelen; vooral daar, waar tegenstrijdige opgaven ons gewierden, hebben we geen moeite ontzien, om het ware te weten te komen. Onze onderzoekingen brachten er ons spoedig toe, om van de weinige historische berichten, die er aangaande deze streken nog te verkrijgen zijn, te redden wat er nog te redden was, vóór dat met het nog levende oude geslacht vele goede bronnen verdwenen zullen zijn.
Wij eindigen hier met den wensch, dat allen, die aan onze mededeelingen nog weten te verbeteren of toe te voegen, niet zullen nalaten ons hunne bemerkingen te doen toekomen, opdat eene eventueele tweede druk eene meer volledige verzameling zij van merkwaardigheden omtrent Enschede en zijne Omgeving.
S. BLOEMENDAAL. Dr. A. BENTHEM Gz. J.J. VAN DEINSE.
Enschede, November 1889.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten