Naar het Katerveer en het Engelsche werk
Heeft elke stad van eenige beteekenis in hare nabijheid een openbaren tuin, wandelweg of bosch, die gelegenheid tot ontspanning en verpoozing bieden aan hare ingezetenen, die in den loop der week in den regel zoo weinig met de natuur kennis maken, Zwolle behoeft in dit opzicht voor hare zusteren in den lande niet onder te doen. In het z.g. Nieuwe of Engelsche Werk aan den IJssel, op een goed half uur afstand van de stad, bezit zij eene publieke wandelplaats die schoon genoeg is om de afgunst van grootere steden zelfs op te wekken.
De weg er heen loopt door de Veerallée, een schaduwrijke laan van iepe- en eikeboomen, aldus geheeten naar het aan het einde er van zich bevindende Groote Veer over den IJssel. Zij neemt een aanvang aan het einde der Willemskade, het verlengde van de Beestenmarkt. Wij passeeren de spoorlijn naar Kampen en vinden aan onze linkerhand de "Veestalling" waar het vee in den trein wordt ingeladen, en aan de rechterhand de Zwolsche Machinefabriek van den heer Bokslag met een sierlijk gesmeed ijzeren hek er voor. Wat verderop ligt aan dezelfde zijde de schoon aangelegde villa "Flora", eigendom van den heer Heerkens, met bloemkweekerij van den heer R. Wind. Aan de overzijde van het water, de Willemsvaart (zie bladz. 85) ligt het niet meer in gebruik zijnde Joodsche kerkhof; het gezicht over de weilanden aan weerszijden - tot Hattem toe zien we voor ons - is opwekkend. De Veerallée is de wandelweg bij uitnemendheid voor Zwolle's inwoners en zij verdient het. Een blik op ommestaand plaatje doet u eenigszins beseffen, hoe aangenaam een wandeling onder het hoogopgaand geboomte moet zijn.
Verschillende gelegenheden tot ontspanning nooden den wandelaar onderweg tot een zitje, als daar zijn de uitspanningstuin Zomerzorg van Zwakenberg; het Café Halfweg van J. Uit den Bogaard en in de nabijheid van de brug over de Willemsvaart de theetuin van de Wed. Thijssen. Vóór de brug ligt eene begroeide hoogte, Spoolderberg genaamd naar de buurtschap Spoolde, waarheen de weg tegenover het bergje voert. De weide aan deze zijde van den weg gelegen, draagt de naam van "Paaschwei"; hier wordt op den tweeden Paaschmiddag een soort van kermis gehouden, die voor velen groote aantrekkelijkheid bezit. De brug overgaande, komen we voorbij het buiten: "Frisia-State", eigendom van den heer J.W.J. Baron de Vos van Steenwijk, spoedig in het Nieuwe of Engelsche Werk aan.
Wij hebben het genoegen in bijgevoegde afbeelding onzen lezers een kijkje er in te vergunnen, doch willen beginnen met de mededeeling dat deze wandelplaats oorspronkelijk eene sterke schans vormde, die in de roerige tijden der graafschappen en hertogdommen in ons land menigmaal hare goede diensten heeft verleend. Aan de overzijde toch van den IJssel lag het toenmalige hertogdom Gelder , dat, inzonderheid onder de heerschappij van zijn laatsten Hertog, Karel, het den Zwollenaars lastig genoeg kon maken. Van hare oude bestemming zijn de sporen nog heden op te merken. Koning Lodewijk stond de schans aan de stad af en in 1828 maakte deze er een openbare wandelplaats van. Natuurlijk was het toen nog niet wat het thans is; immerdoor hebben de zorgen van het gemeentebestuur zich over het Nieuwe Werk uitgestrekt en zich geopenbaard in het ophoogen en harden der wegen, gesplitst in rij- en wandelwegen; het verfraaien van het bestaande en het aanleggen van nieuw plantsoen; het vergrooten van den vijver, waarin een klein eilandje des zomers geheel met bloemen is bedekt, enz. Onze plaat vertoont ons het brugje, dat naar het zoo¬genaamde "eiland" voert; een bijna ronde heuvelvormige plek met boomen in het midden beplant, die eene wandeling in de rondte vrij laten, en geheel door een gracht omringd is. Dit eiland leent zich uitstekend tot het houden van vergaderingen in de open lucht, en diende menigmaal tot het houden van het Zwolsche, later het provinciale Overijselsche zendingsfeeest op tweeden Pinksterdag, als wanneer in het midden van het geboomte een spreekgestoelte opgeslagen en door lange banken omringd wordt, die den talrijken bezoekers gelegenheid geven rustig in de schaduw van het geboomte naar de woorden der redenaars te luisteren.
In de laatste jaren wordt dit feest gehouden in den straks genoemden openbaren tuin van de Wed. Thijssen, en hebben op het eilandje den eersten Zondag in Mei vergaderingen plaats vroeger van de sociaal-democraten, thans van de Vereeniging voor algemeen kies- en stemrecht. Zoo wel het lied van den achturigen arbeidsdag als de psalmen van David klonken alzoo vaak onder het hoogopgaand geboomte, meermalen ondersteund door de schelle toonen van blaas-instrumenten, en weergalmende door de geheele wandelplaats. Dat op zulke tijden inzonderheid het aantal wandelaars legio is, zal wel geen nadere aanwijzing behoeven.
Heeft men de plaats doorgewandeld en wenscht men zich van de vermoeienis te herstellen, dan bestaat daartoe in het Nieuwe Werk zelf geschikte gelegenheid bij de Wed. Zwakenberg, waar men, onder een koele veranda gezeten, een ruim uitzicht heeft over de rivier op de stad Hattem. Door de spoorbrug over den IJssel alleen wordt dit uitzicht eenigszins belemmerd, doch blijft desniettemin fraai.
We wandelen daarna den IJsseldijk af tot aan het Katerveer, dagteekenend reeds van de tiende eeuw, en aldus genaamd naar de buurtschap Cate of Cote, in de nabijheid er van gelegen en thans deel uitmakende van de gemeente Zalk en Veecaten. Dit woord cate of cote,
gelijk hut, leeft nog voort in de woorden kot, katerstede en keuterboer, waarvan de twee laatsten misschien alleen in de provinciën Overijssel en Gelderland bekend zijn.
Ook hier vindt men uitstekend gelegenheid tot rusten hetzij in het Café IJsselzicht van de Wed. Sturris & Zn of in het aan de stad behoorende en door den heer H. van Dun gepachte koffiehuis tegenover de Veerpont, en meer bijzonder als "het Veer" bekend. De gelegenheid om, vóór het huis gezeten, rustig te genieten van het fraaie gezicht over den IJssel naar de overzijde is eenig; dat het uitlokkend is, toont u reeds de bijgevoegde afbeelding. Van hier naar de kleine en groote sluis, die de gemeenschap daarstelt van Willemsvaart met den IJssel is slechts een kleine afstand.
Een steen, in de kleine sluis aangebracht, geeft in dezer voege de geschiedenis der doorvaart te lezen:
Gebouwd op bevel van Zijne Majesteit Willem I Koning der Nederlanden. De eerste steen gelegd den 7 Juli 1819 door Zijne Excellentie Berend Hendrik Bentinck tot Buckhorst, Gouverneur van Overijssel. De doorvaart van dit kanaal plechtig geopend vanwege de provincie Overijssel, door denzelfden Gouverneur op 's Konings heugelijken verjaardag den 24 Augustus 1819 en met Hoogstdeszelfs vergunning den naam heeft gekregen van Wi1lemsvaart. De sluizen zijn gebouwd en het kanaal gegraven onder directie van den Ingenieur van den Waterstaat Cornelis van der Meer.
Als men van een en ander goede notitie heeft genomen, kan men met de tram, wier remise in de nabijheid van de groote sluis staat opgericht, voor eenige centen de stad weêr bereiken, tenzij men mocht verkiezen, nu men toch eenmaal zoo ver is, meteen den tocht te ondernemen naar Molencate en den Triesenberg bij Hattem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten