Deventer
Hoe dikwijls heb ik toeristen door Deventer geleid! Daarvoor bestaat een ongeschreven programma, dat vrij gevolgd kan worden al naar den aard van de bezoekers. Houden die van bouwkunst, dan leid ik hen naar de St. Lebuïnus- of Groote Kerk, de Krypt, die daarin is, naar de fraaie Bergkerk en langs de groote patriciërshuizen met de zeer mooie antieke gevels. Daaraan is Deventer zoo rijk in de binnenstad, dat je er niet mee verlegen behoeft te zitten. Natuurlijk ken ik ongeveer de geschiedenis van de meeste der gebouwen uit mijn hoofd en ik draai verhalen af over het mooie gebouw, dat tegenwoordig als politiebureau dient en over het Muntentorentje, over de Waag en over het huis "de Drie Haringen".
Afbeelding: Het huis “de Drie Haringen” te Deventer
En over nog veel meer. Zijn de bezoekers wetenschappelijk aangelegd, dan wijs ik hen op de Athenaeum-bibliotheek en op den rijken inhoud van het Museum "de Waag". Natuurvrienden worden geleid door de schitterend aangelegde plantsoenen der stad, tuinachitectuur van Leonard A. Springer en naar den IJsel, waar de natuur in elk jaargetij, maar 's zomers in elk geval, nieuwe wonderen te voorschijn toovert. Of ik ga met hen de IJselbrug over naar de parken en landgoederen van Twello. En 's avonds naar buiten: een kopje thee in Epse, met een wandeling op het landgoed "het Hassink", of een uitje naar Diepenveen of Twello, met een wandeling over "het Schol", het "Buddezand" en de Groote en Kleine "Noordijk".
De bezoekers van Deventer brengen graag een tijd aan de rivier door op den zomeravond. Daar is het lekker koel en de rivier drijft vol kano's met kleurig gekleede sportlui. Aan den linker-lJseloever is het verrukkelijk wandelen in het park de Worp. En, als ik op een Vrijdag gasten krijg, gaan die strijk en zet met mij mee naar de markt, waar altijd leven en vertier te over is, ook op den Zaterdagavond, want dan houdt men hier opnieuw een markt.
Afbeelding: Naar de Markt te Deventer
Even nog een altijd weer belangwekkende merkwaardigheid van Deventer. Ik bedoel de Schipbrug over den IJsel. Het heeft er iets van, dat die brug er den langsten tijd geweest zal zijn, omdat ze zal worden vervangen door een vaste oververbinding, welke beter in staat is, het drukke verkeer te verwerken. Die Schipbrug is anders eeuwenlang ook de trots van de stad geweest, al wordt ze nu verguisd. En een mooi decoratief stuk is ze zeker, met haar drijvende schepen en zware draagbalken.
Wat me steeds opnieuw opvalt, bij het geleiden van vreemdelingen, is, dat zij het hier gezellig vinden. Dat komt, omdat de Deventernaren er zelf gemakkelijk toe meewerken. Dat is de landsaard, dezelfde, die ons in de Gelderschen zoo kan treffen. Zij geven zich gemakkelijk aan wie van ver komt en stellen er prijs op, dat de vreemden hun hulp aanvaarden. En dat is toch voor den tourist goud waard!
Naschrift.
Onze tocht door Twente en Salland is ten einde. Wij hebben getracht een beeld te geven van de groote schoonheden, welke dit deel van ons land den bezoeker bieden. Het is ons streven geweest naast den rijkdom der natuur tevens te wijzen op het typische karakter, dat zoovele plaatsen kenmerkt. Met nadruk herinneren wij nogmaals aan de buitengewone verscheidenheid van dit gebied, waardoor allen, die deze streek niet kennen, getroffen worden. Wij hebben u gevoerd door de bosschen en de zandverstuivingen langs de Dinkel, naar het romantische Noorden van Twente, naar de schitterende omstreken van Oldenzaal en Enschede, de verrukkelijke Buurserbeek, het land der kasteelen met Twlckel, naar het land van de heuvels en de blauwende einders, het veenland en de onvolprezen Vechtstreek. Onze collega Jac. van Dam, redacteur van het Deventer Dagblad, wien wij zeer veel dank verschuldigd zijn voor zijn medewerking, beschreef tenslotte de pracht van het IJselland.
Door dit geheele gebied loopen de wandelwegen van den A.N.W.B., die de mooiste plekjes aandoen.
Aan allen, die ons terzijde stonden bij de totstandkoming van dit boekje, onzen hartelijken dank. Vooral aan de directeuren van de Verkeersbureaux te Almelo en Enschede, die ons vele van hun mooie cliché's afstonden. Moge dit boekje er toe bijdragen, dat velen zich gedrongen zullen voelen kennis te maken met het schoone Twente en Salland.
Enschede, winter 1935.
G. KRÄMER.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten