NEGENDE RIJWIELTOCHT
Alvorens Ootmarsum te verlaten, brengen wij eerst een bezoek aan den Kuiperberg, gelegen op den weg naar Almelo. Daar de weg steil is, laten wij de rijwielen liever onder de goede hoede van de hoteliers Beukers of Kip en wandelen door het stadje naar den Almeloschen weg en den berg op. Een wegwijzertje ‘Kuiperberg’ wijst ons een paadje aan, dat wij volgen om de oude Israëlitische begraafplaats heen. Dan komen wij op een plek, waar twee banken staan en waar een schitterend panorama zich aan ons oog ontvouwt. Het mooist is het uitzicht in het kreupelhout, waar dan ook mettertijd een oriënteertafel door den A.N.W.B. geplaatst wordt; er wellicht al staat, als wij er ons bezoek afsteken.
Kaart van de rijwielpaden in Twenthe. 1926 (2x klikken voor vergroting)
Ootmarsum ligt vlak voor ons, daarachter zien wij het torentje en de molens van Lattrop en nog verder Oostelijk Nordhorn met zijn vele fabrieken. Meer links ontwaren wij den vierkanten toren van Veldhausen en dicht erbij het spitse torentje van Neuenhaus. Rechts van Ootmarsum zien wij Tilligte liggen, daarachter Brandlecht en de hooge rug van den Isterberg. Rechts van dezen laatsten ontdekken wij, ook met het bloote oog, het slot te Bentheim, Gildehaus met zijn hooge molens, daaropvolgend de heuvels bij de Lutte, links waarvan wij Denekamp kunnen zien. Geheel rechts vertoont zich duidelijk de hooge toren van de St. Plechelmuskerk te Oldenzaal en nog verder op wijzen ons de talrijke fabrieksschoorsteenen de ligging van Lonneker, Enschede, Hengelo en Borne.
Niet zonder moeite verlaten wij dit uitgezocht punt en aanvaarden den terugtocht naar Ootmarsum, onderweg een kijkje nemende in den Engelstuin, geëxploiteerd door den eigenaar van hotel Tubantia. Wij bestijgen onze rijwielen weer en volgen den kronkelenden grintweg naar Denekamp. Bij de Beuzekolk komen wij bij een brugje over een smal stroompje, dat ons vreemd doet opzien tegen een voetbrug, die hier langs den weg loopt. Des winters evenwel, als de weg wel eens door dat zelfde kleine ding onder water kan staan, blijkt die loopplank nuttige diensten te kunnen bewijzen. Bij den wegwijzer slaan wij rechtsaf naar Tilligte, waarvan wij het kerkje reeds dicht bij ons zien.
Men kan bij den wegwijzer ook rechtuit den grintweg volgen, die over den Dinkel en een ouden arm van dit aardige riviertje naar Lattrop leidt. Hier slaat men dan rechts den grintweg naar Denekamp in. Ongeveer halfweg, na een scherpe bocht, kan men rechts een fietspad inslaan, dat door Noord-Deurningen loopt, verder langs de boterfabriek aan het kanaal en vervolgens op den grintweg uitkomt, waarna men rechtuit rijdende Denekamp bereikt.
Een eind voorbij de school van Tilligte en even verder dan een groote boerderij, slaan wij aan onze rechterhand een pad door het bosch in.
Als men op den door bruine pijltjes aangeduiden boschweg gekomen, even rechtsaf gaat, komt men bij het los hoes Scholtenhave, welks vriendelijke bewoners gaarne een kijkje in het eigenaardige interieur toestaan.
Ons pad brengt ons bij het kanaal naar Nordhorn en vindt zijne voortzetting aan de overzijde.
Slaat men aan de overzijde links af, langs het kanaal, dan kan men den Dinkel onder het kanaal zien doorloopen. Het kanaal verder volgende, bereikt men den grintweg naar Denekamp.
Wij volgen het aardige landwegje rechtuit en buigen aan het eind linksaf, over het brugje en de mooie laan in, die ons bij den dubbelen watermolen van het Singraven brengt. Het Singraven zelf ligt iets verder.
Den naam Singraven vindt men reeds in 1381. Het goed was onder meer in het bezit van de Van Tweckelo's, van de graven van Bentheim en de familie Sloet. Nadat het vervolgens bewoond werd door de familie Roessink Udink, is het ten slotte overgegaan in handen van den tegenwoorolgen eigenaar Mr. W.F.J. Laan.
Het rijwielpad verder volgende, bereiken we langs het station van de stoomtram Denekamp, waar wij op den Oldenzaalschen weg uitkomen. Na een kijkje in het fraaie dorp te hebben genomen, verlaten wij dit langs genoemden weg.
Even buiten Denekamp ligt het bekende museum Natura Docet. Een bezoek daaraan verzuime men niet. In den directeur, den heer Bernink, zal men een vriendelijken gids vinden, steeds bereid u langs zijne keurverzameling te leiden en u een blik te doen slaan in de wonderen der natuur. Als ge de natuur nog niet liefhebt, begint die liefde zonder twijfel in het museum Bernink.
Den straatweg verder volgende langs de Bögelskamp, een voormalige havezathe, vinden we den Dinkel terug en daaraan de gezellige uitspanning Dinkeloord. waar gelegenheid bestaat op den Dinkel te roeien. Achter Dinkeloord bevindt zich het Sterrenbosch, er tegenover het Borchtbosch met den Borch Beuningen, eveneens vroeger een havezathe, thans bewoond door den heer Van Wulfften Palthe. Bij den wegwijzer bij de stopplaats Beuningen slaan wij het rijwielpad rechts naar Rossum in, een pad, dat weer veel afwisseling biedt en keurig onderhouden is. Onderweg passeeren we het Everlo, eens de woonplaats der familie Sloet. Alleen het bouwhuis is van het oude slot over. Op den grintweg te Rossum gekomen, slaan we rechtsaf en rijden verder langs de kerk en als we deze voorbij zijn, rechtuit het rijwielpad op, dat we volgen in de richting Lemselo, totdat we bij een viersprong van paden komen, waar we linksaf rijdende, door heide en bouwland op den grintweg uitkomen, die ons, als we rechtuit rijden, al spoedig in Oldenzaal brengt, waar de hotels De Gouden Leeuw en De Kroon ons een onderdak kunnen verschaffen.
De bekende wegwijzers met het vliegend rad doen ons door Oldenzaal gemakkelijk den weg naar Enschedé vinden. Voorbij de nieuwe katholieke kerk en de fabrieken van Gelderman kruisen wij tweemaal den spoorweg en slaan dan onmiddellijk linksaf een weg in, die, als we steeds rechtuit gaan, overgaat in een aardig slingerend voetpad, dat op den grintweg naar Losser uitkomt. Hier slaan wij rechtsaf om even voorbij mijlpaal 2 een rijwielpad te vinden, dat ons met een bocht op den mooien grintweg Oldenzaal-Lonneker brengt. Wij volgen dezen weg in zuidelijke richting langs den Lonnekerberg en bereiken al spoedig Lonneker. We laten het eigenlijke dorp rechts liggen en blijven den hoofdweg volgen. Voorbij de fraaie buitenplaats Het Amelink van de familie Blijdenstein, slaan we rechtsaf langs dat landgoed en rijden vervolgens recht door langs het Bouwhuis van den heer J.F. Scholten. Wij volgen verder de blauwe schildjes van den A.N.W.B. door een laan langs den rand van het bouwland en gaan bij den spoorwegovergang linksaf, om op den Oldenzaalschen weg uit te komen. Rechtsaf rijdende langs de kerk bereiken we, na den spoorweg gekruist te hebben, al spoedig het hartje van het nijvere Enschede, het Nederlandsche Manchester, waar de hotels Muller en Zwijnenberg en Gassner gelegenheid bieden frissche krachten voor den volgenden dag te verzamelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten