Als een gordel om Steenwijk ligt de gemeente Steenwijkerwold, 9871 H.A. groot, bestaande uit tal van gehuchten, met veel golvend terrein, water en bosschen; een landstreek voor jagers en visschers om van te watertanden.
Op den rijksweg naar Heerenveen, ligt ter rechterzijde, even vóór het gehucht Tuk, het gemeentehuis met burgemeesterswoning. Een kwartiertje verder - voorbij den grintweg naar Oldemarkt - het op een heuvelachtig terrein gelegen landhuis Bergstein.
Van dit punt strekt zich achterwaarts ter linkerzijde een heerlijk panorama uit in de richting van Steenwijk. Om dit goed te kunnen zien begeve men zich eenige schreden door het landhek nabij de bank. Een half uur in gelijke richting doorwandelende, bereikt men de spoorweghalte Willemsoord, eene nederzetting der Maatschappij van Weldadigheid. In het gehucht Gelderingen (telefonisch met Steenwijk verbonden) bevindt zich het groote, in fraaien stijl gebouwde R.C. gesticht ‘de Voorzienigheid’ met pensionaat en inwoning voor oud en jong, tot een getal van bijna 400. Aan die stichting is verbonden eene R.C. lagere school en een opleidingsschool voor het lager onderwijs.
In den Noordhoek van Steenwijkerwold (te bereiken over Willemsoord of over Eesveen) ligt het landgoed de Ehze met uitgestrekte bosschen en ontginningen. Het was vroeger een bijzondere heerlijkheid. De oude Heeren van Eese, van wier slot in het begin dezer eeuw nog overblijfselen waren te zien, waren machtige edelen. De heerlijkheid, vroeger behoorende aan de familie RAESFELD en VAN RECHTEREN, behoort thans aan de familie BRANTS te Zutphen. Hoewel dit landgoed niet van speciale wandelwegen is voorzien, is een bezoek eraan toch zeer loonend. De verschillende landwegen bieden den wandelaar veel natuurschoon. Voor eene nadere bezichtiging wende men zich tot den aldaar wonenden werkbaas, die gaarne bereid is den bezoeker in te lichten en rond te leiden.
Aan de Ehze aansluitend strekt zich het groote landgoed de Woldberg uit, toebehoorende aan den heer Mr. SCHLINGEMANN, rechter te Leeuwarden. Dit boschrijke oord is van Steenwijk uit het gemakkelijkst te bereiken over het reeds genoemde gehucht Tuk of over de gemeene weide der gemeente Steenwijk de Woldmeenthe, ingang bij langs de gasfabriek, verder onder den spoortunnel door. Door het heuvelachtig terrein (hoogste punt bij de z.g. ‘twee boompjes’) prachtige vergezichten. Een zeer indrukwekkend panorama spreidt zich uit in de richting van Steenwijk met Noordelijke omgeving. Het zorgvuldige onderhoud aan wandelpaden en bosschen geeft dit buitengoed een prettig aanzien. De vrijgevigheid van den eigenaar, door altijd onbelemmerde wandeling toe te staan over zijn groote terreinen, doet hem den dank oogsten van iederen Steenwijker en tallooze bezoekers van buiten. Wij kunnen hier niet alle mooie plekjes noemen, die dit oord stempelen tot een der bekoorlijkste streken van de Noordelijke provinciën. Men zal er met groote voldoening een vollen dag rondzwerven in dennenlucht door bosch en veld en telkens getroffen worden door een verkwikkende atmospheer en mooie uitzichten. Eene uitspanning, behoorende aan den heer J.W. BRANDENBERG, biedt een aangename landelijke rustplaats aan. (Specialiteit van den ondernemer: pannekoeken voor gezelschappen à 35 ct. per persoon, hoeveelheid naar verkiezing!)
Aan de Oostzijde van de Woldberg ligt - eveneens in de gemeente Steenwijkerwold - het landgoed ‘de Bult en de Baars’, met mooien aanleg van bosch, vroeger behoorende aan de familie VAN DER HOOP te Groningen. De wegen en wandelpaden loopen, ter plaatse waar beide landgoederen aan elkaar grenzen, geheel in elkaar; beide bezittingen zijn als 't ware een natuurlijk geheel en vormen door hunne gunstige ligging wel een wandelterrein of zomerverblijf bij uitnemendheid.
De Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer heeft het zich dan ook ten taak gesteld in de eerste plaats deze terreinen onder de aandacht van het natuurminnend publiek te brengen en den bezoeker enkele onontbeerlijke gemakken te bezorgen door het aanbrengen van wegwijzers en banken. Het is haar ernstig voornemen aan deze eerste werkzaamheden eene groote uitbreiding te geven, zoo te dezer plaatse als in de vele andere schoone oorden van Steenwijks omgeving. Zij rekent daarbij op den blijvenden steun van de ingezetenen, die haar in haar eerste optreden ruimschoots is geschonken.
Het landgoed ‘de Bult en de Baars’ is in 1908 in perceelen verkocht en aan verschillende eigenaren toegewezen. Het gevolg hiervan is, dat het complex moeielijk als zoodanig zal kunnen blijven bestaan. Naar het zich laat aanzien, blijft een mooi gedeelte evenwel, in de eerste jaren althans, in wezen. Laat ook hier de hoop worden uitgesproken dat niet alle natuurschoon - zooals op zoovele andere plaatsen in den lande - geofferd worde aan den eisch eener uitsluitend practische exploitatie!
Een wandeling van Steenwijk naar de Bult neemt drie kwartier langs den Eesveenschen weg. Links en rechts ziet men veel groenland en water, gevolg van vervening. Door de Heide-Maatschappij wordt het groote werk voorbereid om de rechts van dien weg gelegen gronden, voor rekening van de gemeente Steenwijk, in te polderen, waardoor een stuk land van plm. 100 hectare zal worden drooggelegd, geschikt voor winstgevende cultures. Op den weg tot het ingangshek zijn op ongeveer gelijke afstanden 3 zitbanken aangebracht. De bestrate allée leidt van het hek naar het heerenhuis met wandeltuin en mooi opgaand houtgewas, een en ander op genoemden publieken verkoop aangekocht door den heer J. DE WIT uit Steenwijk, die er eene uitspanning van heeft gemaakt. De wandelingen van hier uit naar den grooten vijver, naar de op een heuvel gelegen koepel van De Baars (van ouds het jagershuisje), in de verschillende bosschen en door de prachtige uitgestrekte heidevelden, zullen aan iederen bezoeker de grootst mogelijke voldoening verschaffen. Binnenkort zal Steenwijk met de Bult door een tramweg verbonden zijn en daardoor de aantrekkelijkheid van dit buitenverblijf sterk worden vermeerderd.
Langs de Zuidzijde van Steenwijk strekken zich uit de dorpen Zuidveen en Onna, waardoor ook een aangename wandelweg loopt. Oostwaarts het reeds genoemde Kallenkote en Westwaarts ‘het lage land’ met de buurtschappen Eind van ‘t Diep, Wetering en Muggenbeet, een landstreek met veel uitgeveende plassen en vaarten, voor een groot deel de bakermat van de ontzaggelijke partijen turf (z.g. baggelaar en sponturf) die de gemeente Steenwijkerwold jaarlijks uitvoert naar Holland en Friesland. Op een andere plaats in dezen Gids - bij de beschrijving van "Korte Wandelingen" of "Daguitstapjes in de Omgeving" - zal de lezer enkele bijzonderheden omtrent deze buurtschappen vermeld vinden. Evenzoo wordt daar¬voor verwezen naar eene korte beschrijving van twee andere in de nabijheid gelegen gemeenten, n.l. Giethoorn en Havelte en naar eene terreinbeschrijving van Frederiksoord, stichting der Maatschappij van Weldadigheid, behoorende tot de gemeente Vledder. In deze ‘algemeene beschrijving’ vinden wij eerst nog gelegenheid iets te zeggen van genoemde stichting te Frederiksoord. Wij worden hiertoe geleid door de volgende belangrijke mededeeling.
Een tramweg - waarvoor het Rijk een subsidie verleent van 1 1/2 millioen gulden, in wetsontwerpen vastgelegd, waarvoor de provinciën Overijsel, Friesland en Drenthe en verschillende belanghebbende gemeenten eveneens subsidies hebben toegezegd en waarvan het nog ontbrekende kapitaal door particuliere fondsen wordt gevormd - zal Steenwijk verbinden met tal van gemeenten, die tot heden geïsoleerd lagen. Deze tram zal geëxploiteerd worden door de Nederlandsche Tramweg-Maatschappij en zal loopen langs de Bult, door Eesveen, Nijensleek, Frederiksoord, Noordwolde, Makkinga, Oosterwolde en Smilde naar Assen. Mogen wij hopen dat de tram spoedig rijdt, opdat wij op gemakkelijke wijze een bezoek kunnen brengen aan Frederiksoord, den zetel der Maatschappij van Weldadigheid, genoemd naar prins Frederik.
Kent gij het doel van deze stichting? Generaal Johannes van den Bosch verkondigde omstreeks het jaar 1815 de stelling ‘De aarde is dankbaar, goed bewerkt geeft zij den arbeider brood’. In zijne beschouwingen ging hij aldus verder: 190.000 H.A. woeste grond, in de Noordelijke provinciën van Nederland gelegen, kunnen bewerkt worden door menschen uit alle deelen van het land, die werken willen, maar geen werk kunnen vinden. Leidt ze op tot landbouwers op die woeste gronden en - hebben ze daar het landbouwbedrijf geleerd - brengt ze dan in de gewone maatschappij terug, waar ze als kleine boeren en grondontginners hun verkregen kennis in toepassing kunnen brengen. Op deze wijze gekoloniseerd, zullen bovendien de uitgestrekte heidevelden en woeste vlakten de woonplaats worden van eene gelukkige bevolking, die door eigen arbeid in haar onderhoud voorziet. Zijn ideaal was het pauperisme te overwinnen.
Het landgoed Westerbeeksloot, gelegen plm. 1 1/2 uur van Steenwijk, op Drentschen bodem (het daarop staande huis wordt thans bewoond door den geneesheer der Maatschappij van Weldadigheid), dat van den heer R.A.L. NOBEL was aangekocht, werd het uitgangspunt der onderneming, die in 1818 als rechtspersoon werd erkend, onder den naam van Vereeniging de Maatschappij van Weldadigheid. Over het geheele land werden Afdeelingen dezer Maatschappij opgericht en ook de Regeering en de Vorstelijke familie betoonden groote sympathie met het werk. Er werd een groot aantal kleine boerenwoningen gebouwd (‘hoeven’) waarbij 3 Hectare grond werd gevoegd. De berekening was, dat na verloop van 16 jaren iedere hoeve de capaciteit zou hebben om een gezin te voeden en te onderhouden. De praktijk leerde evenwel, dat woeste grond een schat aan mest verslindt en dat de armen der steden, door de Afdeelingen in de koloniën gebracht, niet spoedig op de drie Hectaren in eigen onderhoud konden voorzien. Het schoone denkbeeld van den stichter werd alzoo niet verwezenlijkt, maar de eenmaal in de Maatschappij van Weldadigheid ondergebrachte personen gingen een vaste bevolking vormen. Na verloop van jaren is er door de toepassing van den wetenschappelijken landbouw, door de aanwending van hulpmeststoffen, een geheel andere toestand ontstaan, die de stichting der Maatschappij van Weldadigheid thans stempelt tot een model van landontginning en boerenbedrijf. Werd het oorspronkelijke doel dus niet bereikt, de Maatschappij van Weldadigheid blijft nochthans eene belangrijke instelling, die om meer dan één reden de aandacht trekt van landgenoot en buitenlander. Voor de opvoeding der kinderen van de thans 1800 zielen sterke bevolking, wordt uitstekend gezorgd. De leerplicht tot 14-jarigen leeftijd bestond reeds lang voor de leerplichtwet.
Frederiksoord zelf is een lustoord. In het hotel bestaat goede gelegenheid voor logies en kan men zich uitstekend restaureeren. Er zijn talrijke fraai aangelegde wandelpaden, lommerrijke bosschen, be¬zienswaardige ontginningen, modelboerderijen en eene bloemen-, planten- en groentenkweekerij, die alleen een bezoek aan Frederiksoord, waard is. Deze laatste behoort tot de Gerard Adriaan van Swieten Tuinbouw¬school, eene inrichting van onderwijs met daaraan verbonden groote cultuurterreinen, gelegen tegenover genoemd hotel en onder geleide te bezichtigen. De Directeur der Maatschappij van Weldadigheid schrijft meermalen excursies uit ter bezichtiging van de uitgestrekte bezittingen, waar op het gebied van den landbouw veel merkwaardigs is te zien. Voor een bezoek aan Frederiksoord wordt verder verwezen naar de beschrijving achterin dezen gids.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten