vrijdag 7 mei 2010
In en om Almelo (1903): Door Almelo heen
Afbeelding: Chromotopografische kaart des Rijks (1903)
DOOR ALMELO HEEN.
Aanvangspunt van de, door Twentsche energie zonder subsidie van Staat of Provincie tot stand gebrachte, spoorweglijn Almelo-Salzbergen was het hiernaast afgebeeld station, in welks muur een door Neerland's grooten staatsman Mr. J.R. Thorbecke gelegde steen de herinnering aan hem zou bewaren. Maar het in 1865 in dienst gestelde gebouw moest worden afgebroken: zonder schade voor de blijvende nagedachtenis van den in 1872 overleden Minister van Staat. Of het slecht bestand was tegen het klimaat, dan wel uit zoo slechte materialen opgetrokken was, dat houtwerk en steenen niet goed verbonden waren, kon alleen een deskundige beoordeelen: de niet deskundige zag, dat het afbrokkelde en zijn ondergang met zich sleepte. Een nieuw gebouw, hechter dan het eerste, kwam er voor in de plaats, ook grooter, daar dit noodig was na den meer omvangrijken dienst, nu ook de spoorverbinding Zwolle - Almelo tot stand was gekomen. Sedert komt ook de Koninklijke locaaltrein Willem III hier binnen en over deze lijn de bliksemtrein Hoek van Holland - Berlijn ; terwijl de Noord-Ooster locaalspoorweg ook van dit Station zal gebruik maken.
Het stationsplein in de richting naar de Wierdensche straat afgaande, vindt men aan deze het hiervoren vermeld kantoor der Koninklijke Stoomweverij onder directie van de heeren G. en H. Salomonson en iets verder aan dezelfde zijde der straat het Gemeentehuis van Stad Almelo en daar tegenover het Weeshuis der Hervormde gemeente, eene stichting ter gedachtenis aan de eenige, jonggestorven dochter van de echtelieden Mr. F.K.A. Peitsch, wier naam op den voormuur staat.
Achter een muurwerk met hoog ijzeren hek staat een gebouw met hooge stoep, de Arrondissements-rechtbank in 1846 in gebruik genomen, laatstelijk in 1902, als te klein voor den dienst, vergroot: - in de zittingzaal worden ook de openbare zittingen van den Raad van Beroep voor de Ongevallenverzekering gehouden.
Aan het Marktplein zetelt het Kantongerecht in de voormalige Beurs, gebouwd in een tijdperk van bloei der industrie, toen men hier grootscheeps deed en droomde van handelsbehoeften, die zich nooit hebben doen gevoelen.
Tegenover dit gebouw ligt het Hotel Vastert dat ‘Van ouds de Prins’ heet, al was er van ouds tot voor eenige jaren ook een manufactuurzaak in dit perceel gevestigd: aan het hotel is een café verbonden, waar men in elk geval den Prins kan spreken.
Aan het Marktplein ligt de havenkom van het Overijsselsch kanaal; er op staat binnen een ijzeren hek een Wilhelmina-boom, nog niet breedgetakt en met fierheid pralend, in 1898 op 1 September geplant, bij welke planting de schoolkinderen onder leiding van den heer Van Vledder een zanguitvoering hielden, opgeluisterd door het muziekgezelschap Cecilia, zooals tegenover blz. 51 is afgebeeld.
Even voorbij het Hotel Vastert ligt het bestelhuis van de firma van Gend & Loos (Staatsspoor); - daartegenover het café-restaurant Lüdeking, over den molenstroom heen gebouwd, ter plaatse waar oudtijds de watermolens stonden, door mola op blz. 14 aangewezen en tegenover blz. 7 en 11 afgebeeld. De oudste afbeelding is naar eene copieschilderij van een onbekende; de jongste naar de origineele van den schilder Valkenburg, vroeger leeraar in het teekenen alhier; door den heer notaris Bruist werden beide stukken welwillend ter reproductie afgestaan.
Het oude eind der Groote Straat ingaande, heeft men aan de rechterhand het telephoonkantoor en de waag in het gebouw, dat jaren lang het Stadhuis en tot 1846 ook zetel van de rechtbank en het kantongerecht was, en wat zijn muurwerk betreft, er nog uitziet als in 1786, toen het door H. Tavernier werd geteekend. De houten topgevels aan de overzijde, op de teekening tegenover blz. 43 te zien, zijn allen verdwenen en door hechtere gebouwen vervangen.
De straat volgende, heeft men aan de rechterhand het deftige heerenhuis, door de familie Hofkes bewoond, waar in 1819 G.K. van Hogendorp bij zijn bezoek aan Twenthe logeerde, links de Doopsgezinde kerk, de Burgersocieteit en het huis, waarin de griffie van den Raad van beroep voor de ongevallenverzekering gevestigd is. Tegenover dit laatstgenoemde huis ligt de Kerkstraat, op den ouden plattegrond ook voorkomende, welke naar het Kerkplein en de Hervormde kerk voert.
Het oude eind is nu spoedig ten einde: nog enkele huizen en het tusschen de Kerkengang en de gedeeltelijk gedempte Götte gelegen bestelhuis van de Hollandsche IJzeren Spoor, G 136, en de daartegenover mede aan de Götte gelegen Patisserie Parisienne, H 41, wijzen de plaats aan, waar eens de Eschpoort stond.
Iets verder op ligt het Hotel de Gouden Leeuw, voorheen de Wed. L. Harwig, nu P. Breijder Koopmans ; voordat men aan dit Hotel is, kan men rechtsaf de Doelenstraat inslaan en den Gravendijk of allée bereiken; deze straatnaam doet vermoeden, dat hier oudtijds de Doelen was, waar de schutters zich in papegaaischieten oefenden en hun feestmaaltijd hielden (blz. 7).
Tegenover de Doelenstraat loopt in andere richting om den Hagen heen het Schalderoi - Charles-le-roi of Koning Karelstraat ? - waaraan het St. Antony-gasthuis en de Synagoge liggen, uitloopende op de Bakenstraat; het hoekhuis aan deze zijde der straat, waaraan een bordje met gouden klomp vastzit, maakt deel uit van de woningen, de Westerkerk geheeten (blz. 29).
De voortzetting der Groote Straat buiten de oude Eschpoort loopt uit in twee armen; aan den eenen, de Boddenstraat, ligt de nieuw gebouwde parochiekerk der Roomsche kerkgemeente, aan St. Georgius gewijd; daartegenover het St. Catharina gesticht of de Zusterschool.
De andere arm heet Oranjestraat en leidt links af naar de Ootmarsumsche straat en zoo over het kanaal Almelo-Nordhorn naar het Gemeentehuis van Ambt Almelo en rechts af naar de Doelenstraat, door de Molenstraat, aldus geheeten naar den hoogen molen, die aan het einde der Steeg, nu Oranjestraat, stond tegenover het blok huizen, het Kampereiland genaamd. Uit de Ootmarsumsche straat loopen rechts af de Oostereschstraat en de Winkelsteeg .
Evenwijdig met de laatste huizen der Doelenstraat loopt een klein blok huizen, aan de Heerengracht gelegen, waartoe men toegang kan krijgen van af het Kerkplein over het bruggetje, van de Doelenstraat door den Leusgang, die uit deze straat naar het bruggetje leidt, en ook door aan het einde der Doelenstraat rechts om af te slaan. Deze straat leidt in den Gravendijk, om het Huis Almelo heen, in 1888 in zijn tegenwoordigen toestand verbouwd.
De allée volgende over de brug over den kleinen Hagen, komt men langs de in 1874 gebouwde, in 1902 vergroote, Hoogere Burgerschool tegenover den Kolk en krijgt men het op het titelblad teruggegeven beeld voor oogen. 't Is hier de plaats om de tegenover blz. 23 en 39 opgenomen gezichten op de Hervormde kerk met den toestand van heden te vergelijken. Het eerste gezicht naar eene waterverfteekening van C. van Noorde, in 1756 naar de natuur of zooals hij zelf er onder schreef ‘na ’t leeven’ geteekend toont aan, dat er tusschen den dijk, des Junckeren dijk, en de kerk en pastorie bleekerijen lagen, welke men op het gezicht van omstreeks 1820 terugvindt.
Deze afbeelding is genomen naar eene waterverfteekening van Jan Herman Coster, op 77-jarigen leeftijd te Almelo overleden 17 Maart 1865; hierop komen een gedeelte van den boven de Weteringbrug beginnenden Dwarsdijk, die voorbij de Heerengracht in de voortzetting der Doelenstraat uitkwam, en tevens de hooge molen tegenover het Kampereiland voor. In het water ligt de bleekerij van de firma W. ten Bruggencate & Zn., de eenig overgeblevene van de op de teekeningen voorkomende bleeken. Dit terrein is in 1855 geheel vergraven en de wandeling door den Dwarsdijk bij het plantsoen van het Huis Almelo aangetrokken.
Over de vroegere Gruttersbrug komt men in de Hofstraat, die de verlenging vormt van den Gravendijk; tegenover deze ligt aan de Groote Straat het fiscaal-kantoor, waar men aan 's Lands schatkist kan geven, wat haar toekomt, den Rijksbetaalmeester en ook den Inspecteur van 's Rijks belastingen kan spreken; niet dien van de Registratie: deze Hoofdambtenaar houdt kantoor ten zijnen huize aan de Wierdensche straat.
Rechts af kan men van de Hofstraat naar het oude Stadhuis gaan, links om is men onmiddellijk bij het atelier van den photograaf Boom, die het op den titel voorkomende gezicht op de twee kerken opnam en dan op de brug, die in 1420 de grens vormde van de oude stad; over de brug is men in de Nijstad of ‘den ni-en ende’. Aan de linkerhand heeft men het gebouw van de Societeit Tot Nut en Vermaak met schouwburgzaal en concerttuin, waarin het straks genoemde gezelschap Cecilia, dat midden Juni 1903 zijn veertigjarig bestaan luisterrijk viert, zijne zomerconcerten pleegt te geven. Aan dezelfde zijde der straat heeft men het Post- en Telegraafkantoor, dat van uit het Marktplein ook bereikt kan worden door de Schuttenstraat, eene gedempte stadsgracht of graven, waaraan het locaal voor Christelijke belangen ligt en die naar het Schokland voert, eene buurt, waarvan een blok huizen tegenover de Werfstraat is afgebeeld in de onlangs verschenen geillustreerde prijscourant der op den hoek der Schuttenstraat gevestigde firma M.J. Meijers.
Voordat men in de Groote straat daar ter plaatse is, heeft men aan de eene zijde het huis, bewoond door kleermaker Velner, E 43, en aan de overzijde den winkel van Gunther, F 121, ter hoogte waar eens de Nijstadspoort gestaan heeft; het gedempte gedeelte van den graven tusschen Velner en het huis ‘den Tempel’ leidt naar de gebouwen der stoomwolspinnerij, katoenweverij en ververij van den heer ten Bos.
Het Post- en Telegraafkantoor op den hoek der Hofkampstraat ligt dus in het buiten de Nijstadspoort gebouwde nieuwste gedeelte van het nieuwe eind der Groote straat; aan de Hofkampstraat, die naar de zeepziederij van de firma Gorter & Co. leidt, ligt ook het kantoor van het Waterschap de Regge en iets verder het Hotel ‘de Prins’ van Eshuis. Ongeveer hier tegenover loopt uit de Groote straat de Prinsenstraat rechts af, iets verder de Holtjesstraat en links af de Bavinkstraat. De Groote straat loopt uit op een pleintje, als veemarkt dienst doende, waaraan de kazerne der Koninklijke Marechaussee ligt en de Bornschestraat en Bornebroeksche straat samenloopen; aan de laatste ligt het Hotel ‘de Poort van Kleef’ van Dolfin en aan de overzijde de in aanbouw zijnde M.U.L.O. school, door sommigen hoogst noodzakelijk geacht voor hen, die de H.B. School niet kunnen bezoeken, door anderen voor een overtollig weeldeartikel gehouden, nu in 1902 de laatste van eene met driejarigen in eene met vijf jarigen cursus veranderd is.
Aan deze straat ligt links de Twentsche Stoomwattenfabriek van L. ten Bruggen Cate, waartegenover men het Kolkpad kan inslaan om langs de tricotweverij van de firma Teutelink & Co. in de Tuinstraat te komen, waarin de Christelijk Gereformeerde kerk ligt; op deze loopen de twee Vijverstraten, die de verbinding met de Zuiderstraat vormen, uit. Beiden, Vijver- en Tuinstraten, zijn aangelegd ter plaatse, waar vroeger de meergegoede ingezetenen der stad hunne pleiziertuinen met lusthuisjes hadden en daar deze meest tot de Doopsgezinde gemeente behoorden, heette dit terrein de Mennistenhemel.
De Tuinstraat leidt naar de Holtjesstraat; uit deze loopt zeer nabij de brug over de Aa, de Poulinkbrug, rechts af de straks genoemde Prinsenstraat, waaraan de Gereformeerde kerk ligt; deze vormt met de Korte Prinsenstraat weder de verbinding met Schutten¬straat, Werf en Marktplein.
De brug overgaande en de Boompjes, - zoo heet de straat, die vroeger een met boomen beplante weg was, maar waar nu geen enkele boom meer staat - rechts latende liggen, komt men in de Adastraat, waar aan de linkerhand de Poulinkstraat afslaat, die men ook kan bereiken door langs de Fröbelschool, gebouwd door het Departement Almelo der Maatschappij tot Nut van het Algemeen, dat hier de zittingen van hare Spaarbank, Hulpbank en Leesbibliotheek houdt, een zijweg in te slaan, die naar de kapok- en tricotfabriek der firma Scholl Engberts & Scholten voert; in de Poulinkstraat ligt naast de Oranjeschool ook een nieuwe armenwoning, die het oude klooster heeft vervangen.
In de Adastraat ligt het kantoor der hypotheken en van het kadaster nabij de Westerstraat, in welke de ingang is tot het kantoor van het Agentschap der Nederlandsche Bank op den hoek der Wierdensche straat tegenover een zandweg, die langs de gesloten Algemeene Begraafplaats naar de havenkom leidt.
Van het Stationsplein kan men ook de Spoorstraat inslaan tusschen de fabrieksgebouwen door van de grootste werkgevers hier ter plaatse, de firma H. ten Cate Hz. & Co., sedert meer dan vijf kwart eeuw te Almelo gevestigd, en de brug over het Overijsselsch kanaal bereiken waaraan de fabrieksgebouwen der Katoenmaatschappij, voorheen Gebr. Scholten & Co., de Stoomspinnerij Twenthe, de Stedelijke Gasfabriek en de Electrische Centrale aan de Zuidzijde van het kanaal naar de havenkom heen, en de fabrieksgebouwen der firma H. & B. Scholten, de Twentsche Stoomkapokfabriek Nijhuis & Co. en de fabriek van Machinale Houtbewerking der firma Scholten & Stad aan de noordzijde naar het Eiland heen liggen. De brug over komt men in de Brugstraat, waarop de Bakenstraat uitkomt, waaraan een gedeelte der gebouwen ligt, behoorende tot de Chemische Ververij en Wasscherij, voorheen Gebrs. Palthe, en iets verder de Boddenstraat : de laatste loopt uit op een kleine open ruimte, waartegenover vroeger Villa Nova lag. Deze villa, laatstelijk bewoond door Mevrouw de Wed. P. Cardinaal-Tak, is nu tot Ziekenhuis ingericht. Nadat het Departement Almelo tot Nut van het Algemeen zich de oprichting van een Ziekenhuis tot taak had gesteld en eene commissie van vijf heeren, Mr. van Haaften, Mr. van Wulfften Palthe, Koopmans, Ledeboer en de Vlieger, daartoe door het Departement aangezocht, de eerst benoodigde gelden daarvoor had weten bijeen te brengen, was Mevrouw de Wed. Cardinaal zoo welwillend villa en tuin, deels in gebruik, deels in huur af te staan, om de voorgenomen ziekenverpleging mogelijk te maken. Sedert korten tijd zijn gebouwen en tuin in eigendom overgegaan aan de Vereeniging Het Ziekenhuis.
De Brugstraat loopt uit op de Duistere brug over het kanaal Almelo-Nordhorn, waar men links de Chemische wasscherij van Gebr. Palthe en de ijzergieterij van J.W. Haverkamp heeft liggen. Den sintelweg ‘de Duistere Dijk’ volgende, komt men langs Tijhofsbosch, ook Nachtegaalsboschje geheeten, en het erve Vrielink, bij het huis Harwig op den grindweg naar Vriezenveen.
Bij den aanvang van Tijhofsbosch links afslaande, vindt men langs de erven Rengelink, Koningshuis, Weidehuis, Frerikshuis en Grimberg den Visschedijkweg, van waar men langs voetpaden, beginnende tegenover het erve Frerikshuis en achter het erve Exoo de uitspanning ‘het Eiland’ kan bereiken. Den weg langs het erve Exoo volgende, komt men door het Noordbroek, (de gronden, waar de IJsclub Twenthe, ijs en weder dienende, voor schaatsenrijders en wedstrijden hare tente opslaat) bij het kanaal Almelo-Zwolle.
Rechts den Visschedijkweg verlatende bij den zandweg langs de erven Noordik, Elsboer en Wevershuis, komt men op den Hagweg, welke, evenals de voortzetting van den Visschedijkweg, die bij het erve Grimberg rechts afdraait, leidt naar de brug over den Hollandergraven, waar men de gronden bereikt, die in de laatste jaren door de Heidemaatschappij voor den eigenaar van den Bleskolk en het Meulenbeld in cultuur gebracht en tot weiden voor vetweiderij bestemd, aangelegd zijn. Over den Bleskolk en het Meulenbeld komt men op den grindweg naar Vriezenveen aan de overzijde van den Hollandergraven, volgt zuidwaarts dien weg, langs welken men links de Schelfhorst met zijne talrijke boerenerven, rechts o.a. het Klooster de Goede Herder ziet liggen om bij het huis Harwig weer uit te komen, ter plaatse waar de Duistere dijk op dien grindweg uitloopt.
Een weinig meer stadwaarts kan men links den Schapendijk inslaan, loopende langs de erven Lankamp, Schapedijk en Bokhove, bij welk laatste erf men rechts afslaande komt langs het Lukashuis of de Banier, in welks gevel met gulden letters staat: ‘de Heer is onze Banier’, om op het Sluitersveld den Ootmarsumschen weg te betreden. Links af dezen volgende, ontmoet men eerst den weg, die langs de R.K. begraafplaats door de Kluppelshuizen voert en met welken men evenals met de wegen langs Brouwer en Biesterman den Krommoedijksweg kan bereiken, om achter de uitspanning ‘de Kroon’ weder op den Ootmarsumschen weg en vervolgens over de Krommedijkerbrug, langs de herberg ‘de Mooie Vrouw’ te komen, op het punt, waar de weg zich splitst in de richtingen naar Ootmarsum en Tubbergen. Aan deze zijde der ‘Mooie Vrouw’, vindt men links den weg door den Achterhoek, een streek met een groot aantal boerderijen. Aan gene zijde van de Mooie Vrouw rechts afslaande, kan men met een zandweg het kanaal Almelo-Nordhorn bereiken.
In plaats van den Schapendijk te nemen, kan men van af Harwig ook stadwaarts den Vriezenveenschen weg houden, langs het huis van dokter de Vlieger en het Paviljoen, bij Panorama links afbuigen, om zóó op den Ootmarsumschen weg te komen, langs ‘de Roskam’, nu de uitspanning Buitenlust, dien weg volgen tot de school op het Sluitersveld, aldaar rechts den Tukkertsdijk inslaan, loopende langs het fabrieksgebouw der firma H. Hedeman Jr. over het erve Tukkert en de voetbrug over het kanaal Almelo-Nordhorn en verder langs de Loolee tot op den harden weg, om door de allée voor het Huis Almelo stadwaarts te gaan.
Uit de stad kan men van af het station over den spoorweg den Wierdenschen straatweg opgaan en reeds dadelijk bij de Villa ten Cate een zandweg inslaan om aan de Stoomwattenfabriek der firma J. en A. ten Bruggen Cate te komen en zoo de reeds genoemde Poulinkstraat, waaruit de Sligtestraten loopen, weer bereiken.
Maar langs Bella Vista den straatweg volgende, kan men zoowel rechts als links af wandelen. Rechts af het Zwarte wegje inslaande kan men voorbij het erve Aalderink rechts afslaan om door het Aalderinksboschje den paralelweg van het spoor te bereiken of links afslaan en over de erven Boshoeve en Veerenhuis langs een voetpad uitkomen op den straatweg tegenover de Algemeene begraafplaats, op welken men ook bij den Mosterdpot kan komen, als men de wandeling van Veerenhuis over de erven Hammink en Schulenberg voortzet.
Het zwarte wegje vervolgende, komt men rechts af buigende bij het Overijsselsche kanaal en de brug tegenover het Eiland uit; waar de turfstrooiselfabriek der firma ter Windt en Arntz en de turfzagerij en inrichting tot vervaardiging van vuurmakers liggen, terwijl men links afbuigende langs de erven Maathuis en Schulenberg weder bij den Mosterdpot kan uitkomen.
Hiertegenover kan men inslaan en in de richting van het erve Landhuis gaande op den ouden Wierdenschen dijk of Hanzeweg komen, dien men ook bereikt, als men eerst den straatweg stadwaarts volgende voor den watertoren afslaat en zoo den Bellinkhof ingaat, welke plaatselijke benaming van eene afdeeling der gemeente Ambt¬Almelo den naam der oude havezathe behouden heeft en hare vroegere ligging aanwijst. Over de erven Janmaat, Pezie en Tijhof gaande, komt men tegenover het Vonkenhuis op den ouden Wierdenschen weg en als men daar rechts omslaat langs het erve de Breur over de brug naar het buiten Groeneveld van Mr. M. ter Kuile.
Teruggaande langs den Graven over den sintelweg, de Brugginksteeg, heeft men aan de overzijde van het water het buiten Beeklust en komt men langs de erven Schutteman en Joostman weder op den Wierdenschen straatweg.
Bij het erve Joostman het voetpad langs de Aa volgende, komt men uit tegenover het erve Rohof en kan daar links afslaande, weder op genoemden straatweg komen of rechts over de Rohofsbrug de Snijdersteeg ingaan, welke bij het vroegere Leezehuis uitloopt op de Zoetesteeg. Dezen sintelweg, waaruit de Braakweg afloopt, volgende langs de erven Witvoet en Kamphof, kan men bij het erve Zoeteman rechts afslaan om op Beeklust te komen of het Voorbroek in te gaan en den weg naar Ypelo te volgen, of wel doorgaan en den Maardijk volgen naar het Windmolenbroek langs de erven Brandriet en Breurman tot de Kikvorschbrug over de Weezebeek bij Hermanshoeve.
Bij deze brug terugkeerende kan men langs het erve Ossenkoppel, nu Nellyhoeve, en het Hagedoorn voorbij de school in den Ossenkoppelerhoek of langs Uilenreef den Koedijk volgende, op den weg naar Bornebroek komen, die langs Landlust, Elisabethshoeve, Nicolaashoeve en Reedehoeve leidt.
Bij genoemde school den spoorweg overstekende en stadwaarts gaande, heeft men aan de rechterhand de Twentsche Stoom Beiersch Bierbrouwerij van de firma Hagedoorn & Kirchmann en komt men in de Zagekuile, waar de Bornebroeksche straat en Zuiderstraat, die over den spoorweg de verbinding met de Zoetesteeg daarstelt, elkander ontmoeten.
Men kan echter bij genoemde school dadelijk over den spoorweg nabij de Brouwerij afslaan en over de Reigershöfte opwandelen om achter den Poffert op den straatweg van Almelo naar Borne op de grensscheiding van Stad en Ambt Almelo uit te komen.
Van dezen straatweg kan men voorbij de daaraan liggende school rechts afslaan om langs het erve Peppel over de Steffensbrug aan de overzijde der Weezebeek weder den Bornebroekschen weg te bereiken; bij het erve de Riet rechts afslaande, komt men door een eiken laantje weder bij de Reigershöfte.
Dezen zelfden straatweg kan men ook achter de Vuilnisbelt rechts verlaten, om langs den ouden Deldenschen weg over Drienemansbrug en bij het erve Nijrees den spoorweg overstekende, de dennebosschen in het Nijreesveld te bereiken en door deze en de laan langs Tobiashoeve achter Bavinkel weer op den straatweg te komen.
Voordat men aan de zooeven vermelde school komt, kan men links af den weg onder een rij boomen volgen, die uitkomt op het uit de Hofkampstraat loopende pad en zoo langs een landweg voorbij Vreman en Uilenreef uitloopt nabij het erve Tempe op den weg, die even voorbij gemelde school, links van den straatweg begint en langs het erve Windshuis leidt ter zijde van Uilenreef en voorbij Marienhoeve langs het Galgenveld, de benaming van de plaats, waar in 1818 voor het laatst crimineele justitie is gedaan en de gehangene onder de galg begraven werd.
Den straatweg naar Borne echter volgende, kan men voorbij Huize Friso aan deze zijde van de brug over de Schreeuwersbeek een eikenlaantje inslaan om aan het einde daarvan links over het Kollenveld weder den weg in den Windshoek te bereiken en op den straatweg terug te keeren of rechts afslaande door de Toekomst op den Bolkshoeksweg te komen, welke aan den straatweg naar Borne achter het erve Schreeuwer tegenover den Planthofsweg begint en o.a. langs de erven Schreeuwer, Kortegarde en Marienhoeve voert over de Looleebrug en dan langs het Holsbrink in de Wateregge naar den Gravendijk.
Rechts af voert deze over het kanaal Almelo-Nordhorn naar de buurtschap Albergen en links af naar het Jagertje met het gezicht op het Huis Almelo, dat nog steeds het front gekeerd heeft ‘naar wat nog altijd het sierraad van Almelo is, naar de breede, vorstelijke eikenlaan, met zijn krachtig en toch zoo sierlijk gewelf van takken en bladeren’. Craandyk, die in zijn Wandelingen door Nederland dit ter nederschreef, laat er op volgen: ‘Tusschen weiden en velden door boschjes begrensd, hier en daar door kloeke stammen en schilderachtige boomgroepen overschaduwd, straks tusschen boschpartijen en langs de slingerpaden van een nieuwen aanleg, die nog wat tijd noodig heeft om aantrekkelijk te worden, maar ook in de nabijheid van - hooge, prachtige dennen, leidt de laan naar een veel bezocht uitspanningsoord, van ouds als ‘het Jagertje’ bekend en bij oud en jong in Almelo geliefd.
Als wij ons onder de nette veranda wat hebben verkwikt, brengen wij een bezoek aan het wilde dennenbosch met zijn slanke stammen en bemoste paden, in wier midden de eenvoudige grafkelder ligt verscholen, door de familie van Rechteren tot de rustplaats van haar dooden bestemd, en wij dwalen wat rond door het bosch tegenover het Jagertje tusschen het hooge hakhout, waarboven hier en daar een forsche beuk of eik zijn breede takken uitslaat en dat aan de beplante singels met hun weelderig begroeiden grond en hun steile met mos bedekte kanten een eigenaardig voorkomen ontleent’.
Craandyk schreef dit in 1875: hij zou zeker bij een later bezoek aan deze nog altijd rustig-schoone omgeving een woord gewijd hebben aan den hierachter afgebeelden vijver in het bosch.
NASCHRIFT.
Wat ik, gevolg gevende aan het verzoek van den uitgever van dit werkje, daarvoor ‘uit Almelo’s verleden’ opteekende, maakt geen aanspraak op volledigheid, wel op betrouwbaarheid. Eene geschiedenis van Almelo te schrijven, acht ik vooralsnog niet mogelijk; daarvoor zouden meerdere bronnen, dan de tot nog toe bekende, moeten worden geraadpleegd. Voor een paar jaren gaf ik een van vele documenten voorzien opstel: ‘de Heerlijkheid Almelo 1236-1420’ in de werken van de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch regt en geschiedenis, waarin later ook het ‘Stadregt van Almelo’ is uitgekomen; daaraan ontleende ik nu wat mij te pas kwam.
Tot dezen arbeid was ik in staat gesteld door de welwillendheid van wijlen den heer A.F. Graaf van Rechteren Limpurg, die mij uit het rijke archief van het Huis Almelo vele charters toevertrouwde; voor dit werkje heb ik niet te vergeefs een beroep gedaan op den tegenwoordigen eigenaar van het archief, Mr. A.F.L. graaf van Rechteren Limpurg, wien ik voor het daaruit ter leen verstrekken van een paar stukken dank zeg.
Ik kon nu door eigen lezing van den brief van 16 Augustus 1591 vaststellen, dat Nijhoff in zijn regest van dien brief ten onrechte het huis ‘Werselo’ als ingenomen vermeldt: ik twijfelde al lang, daar ik geen huis Weerselo kende, of het niet Weemselo of misschien Saterslo was; 't is: Weemsele (blz. 19).
Bij de wandelingen ‘door Almelo heen’ heb ik van de deskundige voorlichting van den heer Reuvecamp, die den plattegrond der Stad en de wandelkaart door het meest bezochte gedeelte van het Ambt teekende, gaarne gebruik gemaakt.
Mocht nu ‘In en om Almelo’ eene goede bate voor het Ziekenhuis afwerpen, dan is mijn arbeid geen vergeefsche geweest.
ALMELO 1 Juni 1903.
Mr. R. E. HATTINK.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten