Over den Spoorweg
We gaan van de Markt uit door de Brinkstraat, over den Brink en door de Spoorwegstraat en komen aan den overweg, waar wij moeten wachten wegens het rangeeren der treinen. We kunnen wel de voetbrug overgaan, die er gelegd is voor hen, die haast hebben, vooral om de vele fabrieksarbeiders, bij het telkens (tot 180 malen per dag) neerlaten der boomen, gelegenheid te geven naar huis of de werkplaats te komen, maar wij wachten liever een oogenblik bij de school van de firma C. T. Stork. De School, want behalve de vele openbare scholen zijn er nog een aantal andere, aan de fabrieken verbonden. De kinderen, die tot de fabrieken worden toegelaten, moeten eerst een examen hebben afgelegd, dat zij met vrucht de lagere school hebben afgeloopen en moeten dan herhalingsonderwijs ontvangen, de grootere meisjes 's avonds, na afloop der fabriekwerkzaamheden, les in naaien, verstellen enz. Het gebouwtje, naast het groote hek der fabriek, waarin de portier zijn verblijf heeft, bij wien we ons moeten aanmelden, als wij de fabriek zouden wenschen te zien, bevat beneden de school, boven de handwerkschool terwijl aan de andere zijde van het hek de wachtkamer is, waar verafwonende arbeiders hun boterham in 't schaftuur kunnen gebruiken en dat welwillend ‘s avonds wordt afgestaan voor het houden van vergaderingen, zangoefeningen enz. Trouwens, op dit punt heerscht bij alle fabrikanten in en bij het dorp groote vrijgevigheid. De Spinnerij b.v. stelt ook voor Catechisatiekamer voor den Hevr. Godsdienstonderwijzer en voor Zondagschool der Gereformeerden een locaal beschikbaar.
Terwijl wij daar wachten bij de school der firma C. T. Stork, hebben wij voor ons 't ruime Stationsplein en daar aan de overzijde begint de Twekkelerweg. Dat Stationsplein is met Paschen paaschweide en op het gedeelte tegenover de Beurs ziet men soms mallemolens en miniatuur-circussen verrijzen.
Boven: Fragment van bijbehorende wandelkaart (1897). Klik er op voor vergroting.
Onder: Chromotopografische kaart des Rijks, verkend in 1881-'82, herzien in 1903.
Eindelijk gaan de boomen omhoog en wij haasten ons om over te steken. Wij krijgen dan links een weg, die naar het station van den Geldersch-Overijsselschen Locaal-Spoorweg voert en even voor dat station een overweg heeft, even als ter plaatse, waar wij ons bevinden. Ook dezen overgaande, krijgen wij recht voor ons een weg, begrensd rechts door de Spinnerij, een 4, aan de achterzijde 5 verdiepingen hoog vierkant gebouw met een reusachtigen schoorsteen, den zwaarsten van alle hier bestaande. Deze fabriek staat onder directie der HH. de Monchy, vader en zoon, en telt ongeveer 400 arbeiders. Het daarvoor gelegen gebouw bevat de kantoren.
Daartegenover verrijzen de gebouwen der in de geheele wereld bekende machinefabriek der Gebr. Stork & Co., door het volk gewoonlijk ‘de IJzergieterij’ genoemd. De stichter dezer fabriek was dezelfde heer C. T. Stork, wiens naam nog verbonden bleef aan de Kon. Weefgoederen fabriek, door hem met zijnen broeder E. Stork en zijn zwager H. J. Ekker gesticht. Aanvankelijk eene kleine fabriek te Borne, tot herstel van stoomwerktuigen, werd de fabriek overgebracht naar Hengeloo en onderging voortdurend uitbreiding en vergrooting, waarmede de invoering en toepassing van nieuwe werktuigen gelijken tred hield; zij telt een vast personeel van 500 beambten en werklieden. Reeds in 1893 werd het feest gevierd van de voltooiing van den duizendsten stoomketel, in 't najaar van 1896 vierde men feest, toen de 1000e machine, tevens de grootste, afgeleverd werd, bestemd voor de fabriek op Bamshoeve te Enschede. Vooral in de installatie van suikerfabrieken heeft de firma, bestaande uit de drie zonen van den stichter, grooten naam en van de monteurs zou Esselink u kunnen verhalen van zijne reizen naar Indië en zelfs naar Mexico, om er machines der fabriek op te stellen en in werking te brengen. Het voorfront strekt zich uit naar den spoorweg en is - jammer - door het gebouwtje voor de coöperatieve winkelvereeniging dezer fabriek (nog twee andere fabrieken, de Hengeloosche en de Twentsche bontweverij hebben dergelijke vereenigingen), een weinig uit het gezicht gedrongen. Ter zijde strekt de fabriek zich uit langs den door ons gevolgden weg tot de ‘Kopergieterij’ of gelijk de officiële naam luidt, de fabriek voor appendages voor stoomwerktuigen van de firma Dikkers & Co., waaraan 157 mannelijke personen zijn verbonden, welker directeur, de heer G. J. O. D. Dikkers, een zwager is der Gebr. Stork. Ofschoon afzonderlijke zaken, staan de fabrieken in zeer nauwe betrekking, evenals de aan de andere zijde gelegen Hengeloosche Houtdraaierij, onder den zelfden directeur met een 70-tal werklieden. Aan de IJzergieterij is eene badinrichting met een zwemkom verbonden, waarvan ook door particulieren tegen betaling gebruik kan gemaakt worden. Voor binnenbaden bestaat ook aan de Spinnerij daartoe gelegenheid. De portiers der fabrieken geven daaromtrent inlichtingen.
Vervolgen wij den straatweg, de Haaksberger straat, dan krijgen we na een paar minuten eene geheele bebouwde buurt het Eschrein of Esrein. Vroeger was daar ter plaatse eene boerderij van dien naam. Thans is het een dorpje met eene straat en eene dwarsstraat, tegenover de groote school. Dit straatje loopt dood. 't Was oorspronkelijk het plan geweest het door te trekken tot aan den evenwijdig loopenden Langelermaatweg, doch 't stuitte af op tegenwerking van een der grondbezitters daar. Deze geheele buurt bestaat uit woningen van fabrieksarbeiders.
Keeren we nu op onze schreden terug, omdat wij den Ring niet willen overschrijden, dan zien wij de IJzergieterij aan de achterzijde en de reusachtige ketels, die er gereed liggen ter aflevering, terwijl, als de wind gunstig is, 't gehamer der klinkers ons te gemoet komt. Het is waarlijk geen wonder, dat het meerendeel er van doof wordt na eenige jaren arbeid.
Foto: Het Vereenigingsgebouw
Links, tegenover de IJzergieterij, gaat een weg af, die naar 't Lansink voert, eene groote boerderij, en den naam dragende van Lansink Eschweg. Hielden we dezen langs de 8 Zaligheden (een oud hoog huis, waarin 8 woningen), tot den overweg van den spoorweg, dan zouden we daar weer op den Emmaweg komen. Thans, voor de IJzergieterij langs gaande, zien wij voor ons uit een groot gebouw, met twee vierkante torens en een hoog dak, met eene groote veranda, te midden van een fraaien aanleg, waar ’s avonds electrische gloeilampjes den weg u wijzen, terwijl de zware draad, die naar 't gebouw voert, dient voor de electrische verlichting van dat gebouw zelf. Het is het Vereenigingsgebouw, waar eene gezellige koffiekamer, zonder vergunning, gelegenheid biedt tot rusten. Ofschoon geen openbaar koffiehuis, zal men er u den toegang niet ontzeggen. Daarachter is eene groote hooge fraaie zaal met een tooneel en ruime galerijen aan alle zijden. Deze zaal wordt gebruikt voor 't houden van bijeenkomsten en feesten (het feest der 1000e machine werd er gevierd), van leesavonden en uitvoeringen door het personeel der fabrieken van Gebr. Stork en Dikkers en voor tal van andere doeleinden. Een deel er van dient voor 't geven van teekenonderwijs. Voorts vindt men er boven eene groote vergaderzaal, beneden de clubkamer, de bewaarschool, (ten behoeve der kinderen van het personeel der fabrieken), de groote keuken, waar onderwijs in 't koken gegeven wordt, in de 1e plaats aan meisjes uit de gezinnen van 't personeel en tegen verhoogde betaling ook aan anderen; worden er de vergaderingen gehouden van ‘de Kern’, het centrale bestuur uit de verschillende afdeelingen der fabriek over de verschillende daaraan verbonden vereenigingen, enz., enz. Het geheele gebouw, waarvan ook welwillend de groote zaal, zoo die niet benoodigd is voor andere doeleinden, wordt afgestaan, is een geschenk der firma aan hare arbeiders en teekent alleen reeds daardoor, hoe daar in toepassing gebracht wordt het ‘alles voor elkander’, wat de zinspreuk is, die het scherm versiert van het tooneel. Over bijzonderheden kunnen wij verder ons niet uitlaten. Wie omtrent de - zelfs in 't buitenland met eere geroemde - verhoudingen van patroon en werkman aan deze fabriek meer wil weten, vrage aan een der arbeiders of geëmployeerden het Gedenkboek te zien, dat bij het feest van den 1000en ketel allen werd uitgereikt.
Wij laten thans dat gebouw links liggen om de straat langs de ijzergieterij in te slaan, de Langelermaatweg, tot voor weinig tijd een bijna ondoorgrondelijke modderweg, maar door de vereende krachten van bewoners en gemeente nu een flinke straat. Overal op de Molenkamp, zoo als het volk met den ouden naam dezen weg en de aangrenzende buurt betitelt, rijzen de flinke en ruime arbeiderswoningen als paddestoelen uit den grond en aan 't eind van den straatweg waar de zandweg weder begint verrijst weer de schoorsteen eener fabriek. 't Is de Bontweverij Insulinde, onder directie der HH. Morsman en Campagne met 170 arbeiders, een nieuw gebouw en schoon klein, daardoor even als de Twentsche bontweverij meer oog hebbend dan de andere, die door het telkens vergrooten en bijbouwen minder fraai zijn.
Volgden wij den weg dan zouden wij uitkomen op den Haaksberger weg, denzelfden die wij op 't Eschrein gevolgd hebben tot de school en die ook daar zich slingert tusschen groepen arbeiderswoningen tot het punt van samenkomst bij de brug. Daar staan een paar groote rijen arbeiderswoningen, die vroeger achter de Spinnerij stonden maar daar, van licht en lucht beroofd, onbruikbaar werden geacht en verkocht. De kooper bracht ze naar hier en moest ze, volgens de streng gehandhaafde bouwverordening, grooter opbouwen. En 't geschiedde juist in de dagen van onze nederlaag op Lombok en zoo gaf de spraakmakende gemeente er dien naam aan.
Waren wij, in plaats van den Langelermaatweg op te gaan langs het Vereenigingsgebouw den Paralellweg aan den Locaalspoorweg gevolgd we zouden ook daar nog een fabriekje hebben aangetroffen, waarin de heer S. Kanteman den afval uit de fabrieken verwerkt tot poetskatoen. Ook daar weder rijen arbeiderswoningen even als aan den Paralelweg van de Staatsspoor, waar wij mede een groote fabriek aantreffen de Hengeloosche Bierbrouwerij van de HH. Meijling en Bartelink, wier bier in geheel Twente en Holland een terecht verdiende beroemdheid heeft en dat we in verschillende soorten overal kunnen bekomen. Ligt de Brouwerij met de voorzijde aan den Paralel-weg, aan de achterzijde loopt de weg naar Twekkeloo en juist bij den overweg van den locaal-spoorweg, die ons naar 't vriendelijke, boschrijke Boekeloo voert en van daar over Haaksbergen naar den Gelderschen Achterhoek, daar rijst voor ons de Watertoren der gemeente, die het geheele landschap overheerscht en een schoon panorama te aanschouwen geeft en die in een dringende behoefte voorzag, door den ingezetenen in plaats van het vaak slechte drinkwater zuiver bronwater te verstrekken uit de heide. De ‘prise d'eau’ is het z. g. Pruisische Veld, oorspronkelijk een groote heide, waaraan de zijde van den Twekkelerweg en van daar naar den Berflooweg even als deze wegen zelf ook reeds door de zich steeds uitbreidende bevolking voor woningen in beslag genomen. Een weinig verder het Pruisische Veld ingaande, vinden wij aan den spoorweg de Ketelplas, een helder water, toebehoorende aan de Brouwerij, die er vroeger des winters het ijs uit haalde, voor zij langs kunstmatigen weg dat het geheele jaar door verkreeg en beschikbaar stelt voor haar klanten.
Foto: Gezicht op den Watertoren te Hengeloo
Nu houdt eigelijk ons hoofdstuk op, want wij gaan den Staatsspoorweg weder over en komen langs een aantal nieuwe woningen aan den Enschedeschen straatweg, waar wij links van ons de Houtzagerij en stoompakkistenfabriek van den heer Wesseling krijgen. Dat is de laatste stoomfabriek die wij treffen op onzen weg. Wel bezit Hengeloo nog een aantal kleinere fabrieken door stoom of gasmotor gedreven, doch deze laten wij rusten. Wij willen in deze wandeling alleen een overzicht geven van de groote nijverheid. En nu op de Enschedesche weg gekomen richten wij onze schreden naar het dorp. Nog eenige vriendelijke min of meer fraaie landhuisjes waartusschen nog een eind terug achter een fraaien lindeboom een oud huis bleef, dan een groot koffiehuis van den heer v. Wezel, waar 't Zondags ontzachelijk druk is en dat als ‘de laatste stuiver’ van Hengeloo kan worden aangemerkt en langs de Enschedesche straat bereiken we weldra weer de Markt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten